ECLI:NL:RVS:2007:BA2287
Raad van State
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.G. Lubberdink
- J. van de Kolk
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet ontvankelijk wegens te late indiening door appellant
In deze zaak heeft de Raad van State op 22 maart 2007 uitspraak gedaan over het hoger beroep van een appellant tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank 's Gravenhage. De rechtbank had op 23 februari 2007 het beroep van de appellant ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De appellant was in vreemdelingenbewaring gesteld op 4 februari 2007 en had tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld, maar dit was niet tijdig ingediend. De termijn voor het indienen van het hoger beroepschrift eindigde op 6 maart 2007, maar de appellant diende zijn beroepschrift pas op 7 maart 2007 in. De gemachtigde van de appellant stelde dat zij ziek was geweest, maar de Raad van State oordeelde dat dit niet als een geldige reden kon worden aangemerkt voor de te late indiening. De Raad benadrukte dat het de verantwoordelijkheid van de gemachtigde is om zorg te dragen voor de voortgang van de procedure, ook tijdens ziekte. Hierdoor werd het hoger beroep als kennelijk niet ontvankelijk verklaard. De Raad van State besloot dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.