ECLI:NL:RVS:2007:BA6450
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- K. Brink
- I. Beurmanjer-de Lange
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake revisievergunning voor agrarisch bedrijf met vleeskuikens en akkerbouw
Op 20 februari 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Midden-Drenthe aan de vergunninghouder een revisievergunning verleend voor een agrarisch bedrijf met vleeskuikens en akkerbouw, gelegen aan de [locatie] te [plaats]. Dit besluit werd op 28 februari 2007 ter inzage gelegd. Verzoeker heeft op 20 maart 2007 beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij hij de Voorzitter van de Raad van State verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De behandeling van het verzoek vond plaats op 16 mei 2007, waarbij de vergunninghouder vertegenwoordigd was door J.H. Abbing, ambtenaar van de gemeente. Verzoeker was niet aanwezig.
De Voorzitter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat verzoeker, die op ongeveer 400 meter van de inrichting woont, als belanghebbende kan worden beschouwd in het kader van deze procedure. Verzoeker heeft aangevoerd dat de inrichting zal leiden tot onaanvaardbare stankhinder. De vergunninghouder heeft bij de beoordeling van de stankhinder de Richtlijn veehouderij en stankhinder 1996 gehanteerd, evenals de brochure Veehouderij en Hinderwet en het rapport over cumulatieve stankhinder.
De Voorzitter concludeert dat de vergunninghouder voldoet aan de in de Richtlijn genoemde afstanden en dat er geen reden is om te twijfelen aan de beoordeling van de stankhinder door verweerder. Gelet op deze bevindingen heeft verweerder zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat het stankaspect geen aanleiding vormt om de vergunning te weigeren of aanvullende voorschriften op te leggen. Daarom heeft de Voorzitter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.