ECLI:NL:RVS:2007:BA6474
Raad van State
- Hoger beroep
- R.W.L. Loeb
- L. Groenendijk
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om extra uren rechtsbijstand door de Raad voor Rechtsbijstand 's-Hertogenbosch
Op 25 juli 2005 heeft de Raad voor Rechtsbijstand 's-Hertogenbosch een verzoek van appellant om toekenning van extra uren rechtsbijstand afgewezen. De Raad verklaarde het bezwaar van appellant tegen deze afwijzing op 17 november 2005 niet-ontvankelijk. Hierop heeft appellant beroep ingesteld bij de rechtbank 's-Hertogenbosch, die op 6 november 2006 het beroep gegrond verklaarde en het besluit van de Raad vernietigde, maar de rechtsgevolgen in stand hield. Appellant heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, dat op 11 mei 2007 ter zitting is behandeld. De rechtbank had geoordeeld dat appellant niet als belanghebbende kon worden aangemerkt, omdat de toevoeging waarop het verzoek betrekking had, niet aan hem was afgegeven, maar aan een kantoorgenoot. De Raad van State bevestigde deze uitspraak en oordeelde dat het hoger beroep ongegrond was. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 6 juni 2007.