ECLI:NL:RVS:2007:BA7035
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- H.G. Lubberdink
- J. Willems
- Rechtspraak.nl
Bouwvergunning en vrijstelling voor voorzieningen ten behoeve van dagopvang voor gehandicapten en speeltuin in Hof van Twente
Op 5 juni 2007 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Hof van Twente. Dit college had op 25 september 2006 vrijstelling en een bouwvergunning verleend voor het realiseren van voorzieningen ten behoeve van dagopvang en een speeltuin, alsook een parkeerterrein op een perceel aan de Lintelerweg te Goor. Appellanten, bewoners van de Lintelerweg, stelden dat deze vergunning in strijd was met de voorwaarden van een koopovereenkomst uit 1981, waarin was afgesproken dat de Lintelerweg alleen toegankelijk zou zijn voor langzaam verkeer en dat gemotoriseerd verkeer enkel was toegestaan voor aanwonenden.
De Raad van State heeft de zaak behandeld na een verzoek om een voorlopige voorziening van de appellanten, die op 24 mei 2007 ter zitting verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft overwogen dat het college van burgemeester en wethouders in redelijkheid de vrijstelling heeft kunnen verlenen, ondanks de bezwaren van de appellanten. De Voorzitter oordeelde dat de verkeersveiligheid en de voorkeur voor de hoofdtoegang via de Lintelerweg en Deldenseweg niet onredelijk waren, en dat de maatregelen die het college had genomen om de verkeershinder te verminderen, voldoende waren.
Het hoger beroep van de appellanten werd ongegrond verklaard, en de aangevallen uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Almelo werd bevestigd. De Raad van State wees ook het verzoek om een voorlopige voorziening af, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 5 juni 2007.