ECLI:NL:RVS:2007:BA7582
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- A. Kosto
- F.W.M. Kooijman
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan 'In goede aarde, eerste herziening' te Boxtel
Op 22 juni 2006 heeft de gemeenteraad van Boxtel, op voorstel van het college van burgemeester en wethouders, het bestemmingsplan 'In goede aarde, eerste herziening' vastgesteld. Dit besluit werd door de verzoekers, die in het verleden een agrarisch bedrijf op de betrokken gronden exploiteerden, aangevochten. Zij stelden dat hun bedenkingen tegen de wijziging van de woningbouwmogelijkheden op hun voormalige bedrijfsgronden ten onrechte door de verweerder, het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant, buiten beschouwing waren gelaten. De verzoekers hebben op 7 maart 2007 een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening ingediend, omdat zij vreesden dat er een onomkeerbare situatie zou ontstaan in afwachting van de uitkomst van de bodemprocedure.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 31 mei 2007 behandeld. Tijdens de zitting zijn de verzoekers vertegenwoordigd door hun gemachtigde en advocaat, terwijl de gemeenteraad en de betrokken partij ook aanwezig waren. De verweerder is niet verschenen. De Voorzitter heeft overwogen dat de verzoekers niet ontvankelijk zijn in hun beroep, omdat zij geen zienswijze hebben ingediend en geen verschoonbare reden hebben opgegeven. De Voorzitter heeft de vraag of het beroep ontvankelijk is in het midden gelaten, maar heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Hij concludeerde dat de eigendomsverhoudingen niet relevant zijn voor de planologische aanvaardbaarheid van het bestemmingsplan, tenzij er duidelijke aanwijzingen zijn dat deze de verwezenlijking van het plan binnen de planperiode van tien jaar in de weg staan.
De uitspraak van de Voorzitter is niet bindend voor de bodemprocedure, maar biedt wel inzicht in de overwegingen die de Voorzitter heeft gemaakt. De verzoekers hebben geen recht op proceskostenvergoeding, en de zaak is afgesloten met de beslissing om het verzoek af te wijzen.