ECLI:NL:RVS:2007:BA8701
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- R.J. Hoekstra
- C. Taal
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen goedkeuring bestemmingsplan Hattemerbroek Oost 2005
In deze zaak gaat het om een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot het bestemmingsplan "Hattemerbroek Oost 2005", vastgesteld door de gemeenteraad van Oldebroek op 4/5 juli 2006. Dit bestemmingsplan is goedgekeurd door het college van gedeputeerde staten van Gelderland op 30 januari 2007. Verzoekers hebben op 5 april 2007 beroep ingesteld tegen deze goedkeuring en verzocht om een voorlopige voorziening. De zaak is behandeld op 22 juni 2007, waarbij verzoekers vertegenwoordigd waren door mr. A. Vinkenborg en verweerder door P.G.A.L. Evers, ambtenaar van de provincie. Ook de gemeenteraad was aanwezig, vertegenwoordigd door W. Rademader en M. Tijssen.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft overwogen dat het verzoek gericht is op schorsing van de goedkeuring van het bestemmingsplan. Verzoekers stellen dat het plan ten onrechte voorziet in een ontsluiting via een deel van hun perceel naar de Hanesteenseweg en dat het plan leidt tot onaanvaardbare aantasting van de cultuurhistorische waarde van de Hanesteenseweg. Daarnaast wordt gesteld dat de begrenzing van het plan onredelijk is, vooral in verband met het behoud van een waardevolle boom, en dat een groot deel van hun eigendommen moet worden verworven voor de verwezenlijking van het plan.
De gemeenteraad heeft ter zitting verklaard dat voor de verwezenlijking van het plan een derde van de benodigde gronden al is verworven, terwijl twee derde in handen van particulieren is. Er zijn al jarenlang onderhandelingen gaande over de verwerving van deze gronden, maar er is nog geen concreet zicht op verwerving. Bovendien zijn er nog geen bouwvergunningen aangevraagd en wordt niet verwacht dat er binnen afzienbare tijd met de werkzaamheden zal worden begonnen.
Gelet op deze omstandigheden heeft de Voorzitter geconcludeerd dat het vereiste spoedeisend belang voor het treffen van een voorlopige voorziening ontbreekt, en heeft het verzoek afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 28 juni 2007.