ECLI:NL:RVS:2007:BA8701

Raad van State

Datum uitspraak
28 juni 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200702451/2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • R.J. Hoekstra
  • C. Taal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen goedkeuring bestemmingsplan Hattemerbroek Oost 2005

In deze zaak gaat het om een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot het bestemmingsplan "Hattemerbroek Oost 2005", vastgesteld door de gemeenteraad van Oldebroek op 4/5 juli 2006. Dit bestemmingsplan is goedgekeurd door het college van gedeputeerde staten van Gelderland op 30 januari 2007. Verzoekers hebben op 5 april 2007 beroep ingesteld tegen deze goedkeuring en verzocht om een voorlopige voorziening. De zaak is behandeld op 22 juni 2007, waarbij verzoekers vertegenwoordigd waren door mr. A. Vinkenborg en verweerder door P.G.A.L. Evers, ambtenaar van de provincie. Ook de gemeenteraad was aanwezig, vertegenwoordigd door W. Rademader en M. Tijssen.

De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft overwogen dat het verzoek gericht is op schorsing van de goedkeuring van het bestemmingsplan. Verzoekers stellen dat het plan ten onrechte voorziet in een ontsluiting via een deel van hun perceel naar de Hanesteenseweg en dat het plan leidt tot onaanvaardbare aantasting van de cultuurhistorische waarde van de Hanesteenseweg. Daarnaast wordt gesteld dat de begrenzing van het plan onredelijk is, vooral in verband met het behoud van een waardevolle boom, en dat een groot deel van hun eigendommen moet worden verworven voor de verwezenlijking van het plan.

De gemeenteraad heeft ter zitting verklaard dat voor de verwezenlijking van het plan een derde van de benodigde gronden al is verworven, terwijl twee derde in handen van particulieren is. Er zijn al jarenlang onderhandelingen gaande over de verwerving van deze gronden, maar er is nog geen concreet zicht op verwerving. Bovendien zijn er nog geen bouwvergunningen aangevraagd en wordt niet verwacht dat er binnen afzienbare tijd met de werkzaamheden zal worden begonnen.

Gelet op deze omstandigheden heeft de Voorzitter geconcludeerd dat het vereiste spoedeisend belang voor het treffen van een voorlopige voorziening ontbreekt, en heeft het verzoek afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 28 juni 2007.

Uitspraak

200702451/2.
Datum uitspraak: 28 juni 2007
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoekers], wonend te [woonplaats],
en
het college van gedeputeerde staten van Gelderland,
verweerder.
1.    Procesverloop
Bij besluit gedateerd 4/5 juli 2006 heeft de gemeenteraad van Oldebroek, op voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 mei 2006, het bestemmingsplan "Hattemerbroek Oost 2005" vastgesteld.
Verweerder heeft bij zijn besluit van 30 januari 2007, kenmerk 2006-014629, beslist over de goedkeuring van het bestemmingsplan.
Tegen dit besluit hebben verzoekers bij brief van 5 april 2007, bij de Raad van State ingekomen op 6 april 2007, beroep ingesteld. Bij deze brief hebben verzoekers de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft de zaak ter zitting behandeld op 22 juni 2007, waar verzoekers, vertegenwoordigd door mr. A. Vinkenborg, en verweerder, vertegenwoordigd door P.G.A.L. Evers, ambtenaar van de provincie, zijn verschenen. Voorts is de gemeenteraad, vertegenwoordigd door W. Rademader en M. Tijssen, ambtenaren van de gemeente, als partij gehoord.
2.    Overwegingen
2.1.    Het oordeel van de Voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2.    Het plan is een gedeeltelijke herziening van het bestemmingsplan Hattemerbroek 1974. De herziening beoogt bebouwing mogelijk te maken in een open binnengebied in Hattemerbroek, tussen de Zuiderzeestraatweg in het noorden, de Hanesteenseweg in het oosten, de Zwaluwstraat in het zuiden en de Merelstraat in het westen.
2.3.    Het verzoek is gericht op schorsing van de goedkeuring van het bestemmingsplan.
Verzoekers voeren in dit verband aan dat het plan ten onrechte voorziet in een ontsluiting via een deel van hun perceel naar de Hanesteenseweg.
Het plan leidt volgens verzoekers tot onaanvaardbare aantasting van de authentieke cultuurhistorische waarde van de Hanesteenseweg. Voorts is de begrenzing van het plan volgens verzoekers onredelijk met name in verband met het behoud van een waardevolle boom en zal voor verwezenlijking van het plan een onredelijk groot deel van de eigendommen van verzoekers moeten worden verworven.
Verzoekers beogen met hun verzoek onomkeerbare gevolgen van het inwerkingtreden van het bestemmingsplan te voorkomen.
2.4.    Ter zitting is desgevraagd van de zijde van de gemeenteraad medegedeeld dat de voor de verwezenlijking van het plan benodigde gronden voor eenderde deel zijn verworven door de gemeente Oldebroek en voor tweederde deel in handen zijn van particulieren. Over de verwerving van deze gronden zijn reeds jarenlang onderhandelingen gaande die nog geen concreet zicht op verwerving hebben opgeleverd.
Voorts is door de gemeenteraad verklaard dat voor de verwezenlijking van het plan nog geen bouwvergunningen zijn aangevraagd en dat niet valt te verwachten dat binnen afzienbare tijd met werkzaamheden ten behoeve van de verwezenlijking van het plan zal worden begonnen.
2.5.    Gelet hierop ontbreekt het voor het treffen van een voorlopige voorziening vereiste spoedeisend belang en dient het verzoek te worden afgewezen.
2.6.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3.    Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. R.J. Hoekstra, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. C. Taal, ambtenaar van Staat.
w.g. Hoekstra w.g. Taal
Voorzitter     ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 28 juni 2007
325-535.