ECLI:NL:RVS:2007:BB0346
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- K. Brink
- G.K. Klap
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in geschil over revisievergunning voor paardenfokkerij met betrekking tot stank- en geluidshinder
In deze zaak gaat het om een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een revisievergunning voor een paardenfokkerij, verleend door het college van burgemeester en wethouders van Roosendaal. De vergunninghoudster kreeg op 3 april 2007 toestemming voor de fokkerij, gelegen aan [locatie] te [plaats]. Dit besluit werd op 16 april 2007 ter inzage gelegd. Verzoekers, die vrezen voor stank- en geluidshinder, hebben op 23 mei 2007 beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zaak werd behandeld op 5 juli 2007, waarbij verzoekers werden bijgestaan door ing. L. Polinder en de vergunninghoudster door mr. M.B.Ph. Geeraedts, advocaat te Den Bosch.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in zijn overwegingen de argumenten van verzoekers en verweerder tegen elkaar afgewogen. Verzoekers stellen dat de afstandseis van 50 meter tussen paardenverblijven en geurgevoelige objecten niet wordt nageleefd, aangezien er zich op slechts 21 meter een geurgevoelig object bevindt. Verweerder heeft echter gesteld dat er sprake is van bestaande rechten die afwijking van deze afstandseis mogelijk maken. De Voorzitter concludeert dat verweerder in redelijkheid heeft kunnen stellen dat de stankhinder niet onaanvaardbaar is, gezien de afname van het aantal paarden en de toename van de afstand tot de geurgevoelige objecten.
Daarnaast hebben verzoekers ook geluidhinder aangevoerd, maar verweerder heeft aangetoond dat de inrichting voldoet aan de gestelde geluidvoorschriften. De Voorzitter oordeelt dat verzoekers niet hebben aangetoond dat de referentiepunten niet conform de Handreiking Industrielawaai zijn bepaald. Gelet op deze overwegingen heeft de Voorzitter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 17 juli 2007.