ECLI:NL:RVS:2007:BB0375

Raad van State

Datum uitspraak
25 juli 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200703523/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • W. van den Brink
  • G.A.A.M. Boot
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan voorbereiding voor bedrijventerrein Molenveld te Wanroij

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de gemeenteraad van Sint Anthonis tegen een uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch. De rechtbank had op 10 april 2007 het beroep van [verzoeker] gegrond verklaard en de beslissing van de gemeenteraad om het bezwaar van [verzoeker] niet-ontvankelijk te verklaren vernietigd. De gemeenteraad had op 15 maart 2006 verklaard dat een bestemmingsplan werd voorbereid voor een gedeelte van het bedrijventerrein Molenveld te Wanroij. De gemeenteraad stelde dat [verzoeker] geen belanghebbende was, maar de rechtbank oordeelde dat [verzoeker] wel degelijk belanghebbende was, aangezien hij op korte afstand van het gebied woont en daar zicht op heeft.

De Raad van State heeft de zaak op 25 juli 2007 behandeld. Tijdens de zitting op 13 juni 2007 waren zowel de gemeenteraad, vertegenwoordigd door J.M.A. van der Burgt-Willems, als [verzoeker], vertegenwoordigd door mr. G.J.M. de Jager, aanwezig. De Raad van State oordeelde dat de rechtbank op goede gronden had geoordeeld en bevestigde de uitspraak van de rechtbank.

Daarnaast werd de gemeenteraad veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van [verzoeker], die op € 322,00 werden vastgesteld, te betalen door de gemeente Sint Anthonis aan [verzoeker]. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 25 juli 2007.

Uitspraak

200703523/1.
Datum uitspraak: 25 juli 2007
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
de raad van de gemeente Sint Anthonis,
appellant,
tegen de uitspraak in zaak no. AWB 06/3694 van de
rechtbank 's-Hertogenbosch van 10 april 2007 in het geding tussen:
[verzoeker], wonend te [woonplaats],
en
appellant.
1.    Procesverloop
Bij besluit van 15 maart 2006 heeft appellant (hierna: de gemeenteraad) verklaard dat een bestemmingsplan wordt voorbereid voor een gedeelte van het bedrijventerrein Molenveld te Wanroij.
Bij besluit van 3 juli 2006 heeft de gemeenteraad het door [verzoeker] daartegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
Bij uitspraak van 10 april 2007, verzonden op 18 april 2007, heeft de rechtbank 's-Hertogenbosch (hierna: de rechtbank) het daartegen door [verzoeker] ingestelde beroep gegrond verklaard en de bestreden beslissing op bezwaar vernietigd. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft de gemeenteraad bij brief van 21 mei 2007, bij de Raad van State ingekomen op 22 mei 2007, hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 13 juni 2007, waar de gemeenteraad, vertegenwoordigd door J.M.A. van der Burgt-Willems, werkzaam bij de gemeente, en [verzoeker], vertegenwoordigd door mr. G.J.M. de Jager, advocaat te Tilburg, zijn verschenen.
2.    Overwegingen
2.1.    Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
2.2.    Anders dan de gemeenteraad heeft betoogd is de rechtbank op goede gronden tot het juiste oordeel gekomen dat [verzoeker] belanghebbende is bij het besluit van de gemeenteraad van 15 maart 2006, waarbij met toepassing van artikel 21, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening is verklaard dat een bestemmingsplan wordt voorbereid voor een gedeelte van het bedrijventerrein Molenveld te Wanroij.
[verzoeker], zo is ter zitting vastgesteld, woont op korte afstand van het door het voorbereidingsbesluit bestreken gebied en heeft daar zicht op.
2.3.    Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.4.    De gemeenteraad dient op na te melden wijze in de proceskosten te worden veroordeeld.
3.    Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
I.    bevestigt de aangevallen uitspraak;
II.    veroordeelt de raad van de gemeente Sint Anthonis tot vergoeding van bij [verzoeker] in verband met de behandeling van het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 322,00 (zegge: driehonderdtweeëntwintig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; het dient door de gemeente Sint Anthonis aan [verzoeker] onder vermelding van het zaaknummer te worden betaald.
Aldus vastgesteld door mr. W. van den Brink, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. G.A.A.M. Boot, ambtenaar van Staat.
w.g. Van den Brink    w.g. Boot
Lid van de enkelvoudige kamer    ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 25 juli 2007
202.