ECLI:NL:RVS:2007:BB1749

Raad van State

Datum uitspraak
15 augustus 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200700939/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek
  • P. Klein
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging adresgegevens in gemeentelijke basisadministratie en niet-ontvankelijkheid hoger beroep

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellanten tegen een uitspraak van de rechtbank Almelo. Het college van burgemeester en wethouders van Hof van Twente had op 1 februari 2005 de adresgegevens van appellanten en hun gezinsleden in de gemeentelijke basisadministratie gewijzigd in 'onbekend'. Na bezwaar van appellanten heeft het college op 14 maart 2006 het eerdere besluit herroepen en de gegevens van appellanten gewijzigd, waardoor zij uit de basisadministratie zijn uitgeschreven. De rechtbank Almelo verklaarde het beroep van appellanten gegrond en vernietigde de beslissing op bezwaar, maar verklaarde het bezwaar van appellanten niet-ontvankelijk.

Appellanten hebben tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld bij de Raad van State. Tijdens de zitting op 24 juli 2007 werd bevestigd dat appellanten en hun gezinsleden sinds 24 augustus 2006 weer ingeschreven staan in de gemeentelijke basisadministratie. Appellanten gaven aan geen materiële schade te hebben geleden, maar wel immateriële schade te hebben ervaren. De Raad van State oordeelde echter dat deze immateriële schade niet voldoende was aangetoond en verklaarde het hoger beroep wegens het ontbreken van procesbelang niet-ontvankelijk.

De beslissing van de Raad van State werd op 15 augustus 2007 openbaar uitgesproken, waarbij de Afdeling bestuursrechtspraak in naam der Koningin recht deed. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien er geen aanleiding voor was.

Uitspraak

200700939/1.
Datum uitspraak: 15 augustus 2007.
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellanten], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak in zaak no. 06/553 van de rechtbank Almelo van 27 december 2006 in het geding tussen:
appellanten
en
het college van burgemeester en wethouders van Hof van Twente.
1.    Procesverloop
Bij besluit van 1 februari 2005 heeft het college van burgemeester en wethouders van Hof van Twente (hierna: het college) de adresgegevens van appellanten en hun gezinsleden in de gemeentelijke basisadministratie gewijzigd in "onbekend".
Bij besluit van 14 maart 2006 heeft het college het door appellanten daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard, het besluit van 1 februari 2005 herroepen en de gegevens van appellanten en hun gezinsleden in de gemeentelijke basisadministratie op zodanige wijze gewijzigd dat appellanten en hun gezinsleden uit de basisadministratie zijn uitgeschreven.
Bij uitspraak van 27 december 2006, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank Almelo (hierna: de rechtbank) het daartegen door appellanten ingestelde beroep gegrond verklaard, de bestreden beslissing op bezwaar vernietigd en het bezwaar van appellanten alsnog niet-ontvankelijk verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak hebben appellanten bij brief van 2 februari 2007, bij de Raad van State ingekomen op dezelfde dag, hoger beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij brief van 5 maart 2007. Deze brieven zijn aangehecht.
Bij brief van 29 maart 2007 heeft het college van antwoord gediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 24 juli 2007, waar [een van de apellanten] in persoon en bijgestaan door mr. R.J. Lindeboom, advocaat te Goor, en het college, vertegenwoordigd door M.P. Hertzdahl en A.M. Ouwehand, beiden ambtenaar in dienst van de gemeente, zijn verschenen.
2.    Overwegingen
2.1.    Ambtshalve overweegt de Afdeling als volgt. Uit de stukken is gebleken dat appellanten en hun gezinsleden sinds 24 augustus 2006 weer staan ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Hof van Twente op het adres [locatie]. Ter zitting is dit bevestigd.
Appellanten hebben ter zitting desgevraagd uitdrukkelijk verklaard geen materiële schade te hebben geleden als gevolg van het besluit van het college van 14 maart 2006. Zij hebben gesteld wel immateriële schade te hebben geleden. Immateriële schade die voor vergoeding in aanmerking zou kunnen komen, hebben zij echter niet tot op zekere hoogte aannemelijk gemaakt. Gelet hierop dient hun hoger beroep wegens het ontbreken van procesbelang niet-ontvankelijk te worden verklaard.
2.2.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3.    Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. P. Klein, ambtenaar van Staat.
w.g. Ligtelijn-van Bilderbeek    w.g. Klein
Lid van de enkelvoudige kamer    ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 15 augustus 2007.
176-512.