ECLI:NL:RVS:2007:BB2129
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- M. Oosting
- S. Langeveld
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan Oosterbeek-Zuid 2006
In deze zaak heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 13 augustus 2007 uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening met betrekking tot het bestemmingsplan "Oosterbeek-Zuid 2006". De gemeenteraad van Renkum had op 29 juni 2006 dit bestemmingsplan vastgesteld, waarna de goedkeuring door het college van gedeputeerde staten van Gelderland op 27 februari 2007 volgde. Verzoeker, wonend te Oosterbeek, heeft op 25 april 2007 beroep ingesteld tegen de goedkeuring van het bestemmingsplan en verzocht om een voorlopige voorziening. De zaak werd behandeld op 31 juli 2007, waar verzoeker en zijn vertegenwoordiger, R.E. Benschop, aanwezig waren, evenals de vertegenwoordiger van de verweerder, mr. H.J.R.M. Nelissen, en de gemeenteraad van Renkum, vertegenwoordigd door J.G. Rutjes.
De Voorzitter overwoog dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. De beroepstermijn was van 10 april 2007 tot 21 mei 2007, en verzoeker had zijn beroepschrift tijdig ingediend. Het bestemmingsplan was gericht op de actualisering van de bestaande planologische regeling. Verzoeker vreesde onomkeerbare gevolgen van de inwerkingtreding van het plandeel met de bestemming "Maatschappelijke doeleinden" en stelde dat het pand, waar het dr. Leo Kannerhuis is gevestigd, mogelijk verkocht zou worden, wat zou leiden tot parkeeroverlast.
De Voorzitter concludeerde dat er geen aanleiding was om het verzoek tot schorsing van het bestemmingsplan toe te wijzen. Er was geen bewijs dat de gebruiksmogelijkheden van het pand wezenlijk zouden veranderen, en er was geen voornemen om het pand te verkopen. De Voorzitter wees het verzoek af en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 13 augustus 2007.