ECLI:NL:RVS:2007:BB2496
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.M. Boll
- F.B. van der Maesen de Sombreff
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake revisievergunning voor varkenshouderij te Creil
In deze zaak heeft de Raad van State op 24 augustus 2007 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot een aanvraag voor een revisievergunning voor een varkenshouderij op het perceel Noordermeerpad 1 te Creil. De aanvraag was door het college van gedeputeerde staten van Flevoland op 16 mei 2007 buiten behandeling gelaten, omdat er geen milieueffectrapport was overgelegd. Verzoekster, de besloten vennootschap 'Zuiderzee B.V.', betoogde dat het niet nodig was om een milieueffectrapport op te stellen, aangezien de uitbreiding van de varkenshouderij niet boven de drempelwaarde van 3.000 mestvarkens uitkwam.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 9 augustus 2007 ter zitting behandeld. Verzoekster was vertegenwoordigd door haar advocaat, mr. J. van Groningen, en verweerder door ambtenaren van de provincie. De Voorzitter oordeelde dat de aanvraag om vergunning ten onrechte buiten behandeling was gelaten, omdat de uitbreiding van de varkenshouderij met 1.752 mestvarkens niet de drempelwaarde van 3.000 mestvarkens overschreed. Dit betekende dat er geen verplichting bestond om een milieueffectrapport op te stellen.
De Voorzitter heeft vervolgens besloten om het besluit van het college van gedeputeerde staten van Flevoland te schorsen en heeft de provincie veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van verzoekster, alsook tot terugbetaling van het griffierecht. De uitspraak benadrukt het belang van de juiste toepassing van de regelgeving omtrent milieueffectrapportages in het kader van vergunningaanvragen voor veehouderijen.