ECLI:NL:RVS:2007:BB2890

Raad van State

Datum uitspraak
29 augustus 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200706058/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • K. Brink
  • C. Sparreboom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen gedoogbesluit evenementen schutterij Sint-Jan te Grubbenvorst

In deze zaak gaat het om een verzoek om een voorlopige voorziening tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Horst aan de Maas, dat op 23 augustus 2007 is genomen. Dit besluit houdt in dat onder bepaalde voorwaarden evenementen mogen plaatsvinden op het terrein van de schutterij Sint-Jan aan de Kromboschweg 1 te Grubbenvorst op 25 en 26 augustus 2007. Verzoekers hebben de Voorzitter van de Raad van State verzocht om hangende hun bezwaar tegen dit besluit een voorlopige voorziening te treffen. De zitting vond plaats op 24 augustus 2007, waar de Voorzitter het verzoek heeft afgewezen.

De Voorzitter overweegt dat er in dit geval sprake is van een overgangssituatie die niet in de weg staat aan het nemen van een gedoogbeschikking. Tijdens de zitting is vastgesteld dat er gebruik zal worden gemaakt van schietboom 6, met een tijdelijke kogelvanger die geluidreducerend werkt. Ook is gebleken dat er met een gemodificeerde buks geschoten zal worden, die minder geluid produceert dan een conventionele buks. De Voorzitter concludeert dat het terugbrengen tot één of twee schietbomen niet zal leiden tot een significante geluidreductie.

Verder heeft de VROM-inspectie voorwaardelijk positief geadviseerd over het besluit, en de voorwaarden die zijn gesteld door de inspectie zijn opgenomen in de gedoogbeschikking. Gezien de omstandigheden, waaronder de mogelijke gevolgen van afgelasting van de geplande activiteiten voor de schutterij, ziet de Voorzitter geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek wordt afgewezen, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

200706058/1.
Datum uitspraak: 24 augustus 2007
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoekers], beiden wonend te [woonplaats], gemeente Horst aan de Maas,
en
het college van burgemeester en wethouders van Horst aan de Maas,
verweerder.
Openbare zitting gehouden op 24 augustus 2007 om 14.00 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. K. Brink, Voorzitter
Ambtenaar van Staat: mr. C. Sparreboom
Verschenen:
Verzoekers, in persoon en bijgestaan door mr. R.A.M. Verkoijen;
Verweerder, vertegenwoordigd door drs. L.J.M. Selen, ambtenaar van de gemeente;
Schutterij Sint-Jan, vertegenwoordigd door [gemachtigden].
1. Procesverloop
Het beroep richt zich tegen het besluit van verweerder van 23 augustus 2007, volgens hetwelk onder voorwaarden wordt gedoogd dat op 25 en 26 augustus 2007 nader bepaalde evenementen plaatsvinden op het terrein van de schutterij Sint-Jan aan de Kromboschweg 1 te Grubbenvorst. Verzoekers hebben de Voorzitter verzocht hangende hun bezwaar tegen dit besluit een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter
wijst het verzoek af.
Daartoe overweegt hij het volgende.
1. Naar het oordeel van de Voorzitter kan in dit geval gesproken worden van een (overgangs)situatie welke zich niet verzet tegen het nemen van een gedoogbeschikking.
2. Tijdens de zitting is gebleken dat steeds zoveel mogelijk gebruik zal worden gemaakt van schietboom 6, met een tijdelijke kogelvanger die is uitgerust met een wattenbak waarvan een geluidreducerende werking uitgaat.
3. Voorts is ter zitting gebleken dat behalve met twee conventionele buksen geschoten wordt met een gemodificeerde buks waarvan de geluidproductie 8 à 10 dB minder is dan die van een conventionele.
4. Het terugbrengen tot één of twee schietbomen zal naar het oordeel van de Voorzitter gelet op het gebruik in hoofdzaak van schietboom 6, voornoemd, niet tot een aanmerkelijke geluidreductie leiden.
5. Blijkens het bestreden besluit heeft de VROM-inspectie voorwaardelijk positief geadviseerd; de eisen van de inspectie met betrekking tot het opruimen van de kogels zijn door verweerder als voorwaarden in de gedoogbeschikking opgenomen.
6. De Voorzitter ziet gelet op het vorenstaande en de omstandigheid dat afgelasting van de geplande activiteiten aanmerkelijke gevolgen zou hebben voor de schutterij, geen aanleiding tot het treffen van een voorlopige voorziening.
7. De Voorzitter heeft hierbij mede in aanmerking genomen dat het schieten in de tijd is beperkt.
8. De Voorzitter wijst het verzoek derhalve af.
9. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
w.g. Brink    w.g. Sparreboom
Voorzitter    ambtenaar van Staat
195-209.