ECLI:NL:RVS:2007:BB2921
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H. Troostwijk
- M.J.M. Mathot
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake aanvraag vooraanduiding tankstation N44
In deze zaak heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 30 augustus 2007 uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een hoger beroep. Het hoger beroep was ingesteld door de Minister van Verkeer en Waterstaat tegen een uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage van 22 maart 2007, waarin de rechtbank het beroep van de wederpartij gegrond had verklaard en de Minister had opgedragen een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van de wederpartij inzake de afwijzing van een aanvraag voor een vooraanduiding voor een tankstation op de N44.
De Minister had op 9 november 2005 de aanvraag van de wederpartij afgewezen en dit besluit was later door de Minister in bezwaar ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde echter dat de Minister opnieuw moest beslissen op het bezwaar van de wederpartij. In het hoger beroep verzocht de Minister de Voorzitter om een voorlopige voorziening, zodat hij niet verplicht zou zijn om een nieuw besluit te nemen voordat de Afdeling op het hoger beroep had beslist.
De Voorzitter heeft de zaak op 16 augustus 2007 ter zitting behandeld, waarbij zowel de Minister als de wederpartij vertegenwoordigd waren. De Voorzitter oordeelde dat er geen dringende belangen waren die nopen tot het onmiddellijk opvolgen van de uitspraak van de rechtbank, aangezien de wederpartij al een tijdelijke aanduiding had voor het tankstation. Daarom werd besloten dat de Minister geen nieuwe beslissing op bezwaar hoeft te nemen totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.