ECLI:NL:RVS:2007:BB2929
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H. Troostwijk
- M.J.M. Mathot
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake parkeerontheffing door college van burgemeester en wethouders van Eindhoven
Op 31 augustus 2007 heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een hoger beroep van een verzoeker uit Eindhoven tegen de weigering van het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven om een parkeerontheffing te verlenen. Het college had op 17 mei 2005 het verzoek om ontheffing afgewezen, waarna de verzoeker bezwaar maakte. Dit bezwaar werd op 23 november 2006 ongegrond verklaard. De verzoeker ging vervolgens in beroep bij de rechtbank 's-Hertogenbosch, die op 19 juni 2007 het beroep ongegrond verklaarde.
Tegen deze uitspraak heeft de verzoeker hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De Voorzitter heeft de zaak op 16 augustus 2007 ter zitting behandeld, waarbij het college vertegenwoordigd was door mr. J.N.H. Kepers. De Voorzitter oordeelde dat de voorlopige voorziening niet noodzakelijk was, omdat het college had verklaard voorlopig niet handhavend op te treden tegen de aanhangers die onderwerp van het ontheffingsverzoek waren. Hierdoor ontbrak het verzoeker aan spoedeisend belang bij de gevraagde voorziening.
De Voorzitter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 31 augustus 2007.