ECLI:NL:RVS:2007:BB3380
Raad van State
- Hoger beroep
- R.W.L. Loeb
- A.W.M. Bijloos
- H. Borstlap
- J.H. van Kreveld
- A.C. Rop
- Rechtspraak.nl
Wraking van de staatsraad in hoger beroep tegen uitspraak rechtbank Roermond
In deze zaak verzocht de verzoeker op 22 augustus 2007 om wraking van mr. R.W.L. Loeb, de staatsraad, in het kader van een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Roermond van 7 december 2006. De zaak betreft een geschil tussen de verzoeker en het college van burgemeester en wethouders van Roerdalen. De wrakingsprocedure vond plaats op 29 augustus 2007, waar de verzoeker werd vertegenwoordigd door mr. L.P.H. Hameleers, advocaat te Roermond. De staatsraad maakte geen gebruik van de mogelijkheid om zich te verdedigen tegen het wrakingsverzoek.
De verzoeker stelde dat de staatsraad tijdens de zitting van 21 augustus 2007 de indruk van vooringenomenheid had gewekt. Hij voerde aan dat hij niet in de gelegenheid was gesteld om te reageren op vragen van de staatsraad en dat een mondeling verzoek om wraking niet in behandeling was genomen. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde dat de staatsraad de leiding had over het onderzoek ter zitting en dat de beslissingen omtrent het verloop van de zitting niet ter beoordeling stonden in een wrakingsprocedure. De staatsraad had de verzoeker wel degelijk de gelegenheid gegeven om zijn standpunt toe te lichten.
De Afdeling concludeerde dat de door de verzoeker aangevoerde feiten en omstandigheden geen grond gaven voor de vrees voor vooringenomenheid van de staatsraad. Het verzoek om wraking werd dan ook afgewezen. De beslissing werd uitgesproken in het openbaar op 31 augustus 2007, waarbij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in naam der Koningin recht deed.