ECLI:NL:RVS:2007:BB3403
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- M. Oosting
- D. van Leeuwen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake last onder dwangsom opgelegd door de gemeente Veenendaal
In deze zaak heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 5 september 2007 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, een onderneming gevestigd te [plaats], had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de gemeente Veenendaal, waarbij aan haar een last onder dwangsom was opgelegd. Dit besluit was genomen op 17 juli 2007 en was het gevolg van overtredingen van voorschriften die verbonden waren aan een revisievergunning die aan verzoekster was verleend op 24 mei 1994 krachtens de Wet milieubeheer.
Verzoekster verzocht de Voorzitter om een voorlopige voorziening, omdat zij meende dat het besluit niet terecht was. De zaak werd behandeld op 30 augustus 2007, waar verzoekster werd vertegenwoordigd door haar advocaat, mr. S.W. Boot, en enkele andere vertegenwoordigers. De gemeente Veenendaal werd vertegenwoordigd door ambtenaren van de Milieudienst en de gemeente zelf.
Tijdens de zitting verklaarde de gemeente dat het besluit tot het opleggen van de last onder dwangsom niet zou worden uitgevoerd voordat er zes weken waren verstreken na de beslissing op het bezwaarschrift. De Voorzitter oordeelde dat er geen spoedeisend belang was bij het verzoek om een voorlopige voorziening, aangezien de gemeente had aangegeven het besluit niet te effectueren. Daarom werd het verzoek om de voorlopige voorziening afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.