ECLI:NL:RVS:2007:BB4285
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd
- J. Heijerman
- Rechtspraak.nl
Tijdelijke vergunning voor grondwateronttrekking ten behoeve van bouwputbemaling in Rotterdam
Op 1 juni 2007 verleende het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland aan vergunninghoudster een vergunning voor het tijdelijk onttrekken van grondwater voor de aanleg van een kelder voor het 'Centrumplan IJsselmonde' in Rotterdam. Dit besluit werd op 18 juni 2007 ter inzage gelegd. Verzoekers hebben op 19 juli 2007 beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek op 3 september 2007 behandeld. Tijdens de zitting waren de verzoekers en vertegenwoordigers van zowel de verweerder als de vergunninghoudster aanwezig.
De Voorzitter oordeelde dat de berichtgeving over de vergunningaanvraag voldoende was, ondanks de bezwaren van de verzoekers over de bekendmaking in een huis-aan-huisblad. Ook werd vastgesteld dat alle benodigde stukken ter inzage waren gelegd. De verzoekers vreesden voor schade aan hun woningen door zettingen als gevolg van de onttrekking, maar de Voorzitter concludeerde dat het rapport van Mos Grondmechanica B.V. aangaf dat er geen of zeer geringe zettingen te verwachten waren. De Voorzitter vond geen aanleiding om aan de juistheid van dit rapport te twijfelen.
Daarnaast werd overwogen dat het bestreden besluit enkel betrekking had op de tijdelijke onttrekking van grondwater en niet op de afvoer van het onttrokken water. De Voorzitter wees het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat er geen redenen waren om het besluit te schorsen. De beslissing werd op 19 september 2007 openbaar uitgesproken.