ECLI:NL:RVS:2007:BB4667
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd
- J. Heijerman
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake revisievergunning voor kunststofafvalverwerking
Op 6 maart 2007 verleende het college van gedeputeerde staten van Overijssel aan verzoekster een revisievergunning voor de inkoop en verwerking van kunststofafval tot regranulaat en het vervaardigen van spuitgietproducten op een specifieke locatie. Dit besluit werd op 15 maart 2007 ter inzage gelegd. Verzoekster heeft op 24 april 2007 beroep ingesteld tegen dit besluit, en haar beroep later aangevuld op 8 juni 2007. Op 2 augustus 2007 verzocht verzoekster de Voorzitter van de Raad van State om een voorlopige voorziening te treffen, wat leidde tot een zitting op 3 september 2007. Tijdens deze zitting waren zowel verzoekster als verweerder vertegenwoordigd door hun advocaten en ambtenaren.
De Voorzitter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat er onduidelijkheid bestaat over de naleving van geluidgrenswaarden die in de vergunning zijn opgenomen. Verzoekster heeft aangevoerd dat de investeringen voor de aanleg van sprinklerinstallaties, zoals voorgeschreven in vergunningvoorschrift 9.3.1, onredelijk bezwarend zijn, vooral omdat de vergunning nog niet onherroepelijk is. De Voorzitter oordeelde dat de naleving van dit voorschrift op dat moment onredelijk bezwarend was voor verzoekster, gezien de onzekerheid over de vestiging van de inrichting op de huidige locatie.
De beslissing van de Voorzitter was om het besluit van het college van gedeputeerde staten van Overijssel te schorsen voor zover het voorschrift 9.3.1 betreft. Tevens werd het college veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van verzoekster, die op € 644,00 werden vastgesteld, en het griffierecht van € 285,00 diende ook vergoed te worden. Deze uitspraak werd openbaar uitgesproken op 24 september 2007.