ECLI:NL:RVS:2007:BB4668
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd
- J. Heijerman
- Rechtspraak.nl
Wijziging vergunning grondwateronttrekking door de provincie Gelderland
In deze zaak heeft de Raad van State op 24 september 2007 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot de wijziging van een vergunning voor grondwateronttrekking. De vergunning, oorspronkelijk verleend op 12 oktober 1995 aan de Verenigde Coöperatieve Melkindustrie Coberco B.A., werd op 14 mei 2007 gewijzigd door de provincie Gelderland. De wijziging betrof een verhoging van de vergunde hoeveelheid grondwateronttrekking van 80.000 m3 per kwartaal naar 110.000 m3 per kwartaal, met een maximum van 395.000 m3 per jaar. Verzoeker, die vreest voor schade aan zijn gewassen en monumentale pand als gevolg van deze wijziging, heeft bij de Raad van State een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft de zaak op 3 september 2007 behandeld. Tijdens de zitting zijn zowel verzoeker als vertegenwoordigers van de provincie Gelderland en Friesland Foods Cheese verschenen. Verzoeker heeft betoogd dat de uitbreiding van de onttrekking van grondwater schadelijk zal zijn voor zijn landgoed en dat er onvoldoende onderzoek is gedaan naar alternatieve onttrekkingsmethoden.
De Voorzitter heeft overwogen dat de wijziging van de vergunning niet onmiddellijk nadelige gevolgen voor verzoeker met zich meebrengt. De grondwaterstand zal door de wijziging slechts met enkele centimeters verlaagd worden, en er zijn geen negatieve effecten op de zetting van de grond te verwachten. Gelet op de belangen van beide partijen heeft de Voorzitter besloten het verzoek om een voorlopige voorziening af te wijzen, omdat de vereiste onverwijlde spoed ontbreekt. De uitspraak is openbaar gemaakt op 24 september 2007.