Uitspraak
200701259/2heeft de Voorzitter dit verzoek afgewezen.
Raad van State
Op 20 april 2006 heeft de gemeenteraad van Opmeer het bestemmingsplan "Hoogwoud, Opmeer en Spanbroek" vastgesteld. Dit besluit werd op 19 december 2006 goedgekeurd door het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland. Verzoekster heeft op 20 februari 2007 beroep ingesteld tegen dit goedkeuringsbesluit, met aanvullende gronden op 17 maart 2007. Op 31 augustus 2007 heeft verzoekster de Voorzitter van de Raad van State verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, om onomkeerbare gevolgen van het in werking zijn van het plandeel met de bestemming "Maatschappelijke doeleinden" voor het perceel Breestraat 11 te voorkomen. De zaak werd behandeld op 20 september 2007, waarbij verzoekster in persoon verscheen, en de gemeenteraad van Opmeer en DS Art B.V. als partijen aanwezig waren. Verweerder, het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland, was niet verschenen.
De Voorzitter oordeelde dat het verzoek om schorsing van het goedkeuringsbesluit niet afgewezen kon worden op basis van de ontvankelijkheid van het beroep, aangezien deze vraag in de bodemprocedure aan de orde zou komen. De Voorzitter wees op de mogelijkheid van onomkeerbare gevolgen van het plandeel en het belang van een spoedige uitspraak in de hoofdzaak, die op 19 oktober 2007 zou plaatsvinden. Gezien het feit dat er geen zwaarwegend belang was dat aan schorsing in de weg stond, besloot de Voorzitter het besluit van 19 december 2006 te schorsen voor zover het betreft het plandeel met de bestemming "Maatschappelijke doeleinden".
Daarnaast werd het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van verzoekster, die in totaal € 364,69 bedroegen, en het griffierecht van € 143,00 diende eveneens vergoed te worden. De uitspraak werd openbaar gedaan op 25 september 2007.