ECLI:NL:RVS:2007:BB4674
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.C.K.W. Bartel
- P.J.A.M. Broekman
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake vergunning voor inrichtingsplan in de Leipolder te Bergen
In deze zaak heeft de stichting "Stichting De Faunabescherming" bezwaar aangetekend tegen een besluit van het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland, waarbij vergunning is verleend voor het uitvoeren van een inrichtingsplan in de Leipolder te Bergen. De vergunning is verleend op 20 september 2007, met kenmerk 2007-54922, aan de Dienst Landelijk Gebied Regio West, krachtens artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998. Verzoekster heeft de Voorzitter van de Raad van State verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, hangende het bezwaar tegen dit besluit.
Tijdens de zitting op 24 september 2007 heeft de Voorzitter, J.C.K.W. Bartel, het verzoek om voorlopige voorziening behandeld. De Voorzitter heeft besloten om het besluit van verweerder te schorsen, met uitzondering van het gebied dat op de aangehechte kaart is aangegeven. Deze schorsing geldt tot en met zes weken na de beslissing op het ingediende bezwaar. De Voorzitter heeft ook het verzoek voor het overige afgewezen en het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van verzoekster, tot een bedrag van € 644,00, en het griffierecht van € 285,00 te vergoeden.
De Voorzitter heeft overwogen dat er onzekerheden zijn over de invloed van de vergunde inrichtingsmaatregelen op het foerageergedrag van dwergganzen. Er is geen specifiek onderzoek gedaan naar de invloed van plaatstrouw op het foerageergedrag bij verlies van foerageergebied. Dit heeft geleid tot de conclusie dat er twijfel bestaat over de significante gevolgen van de verleende vergunning voor de dwergganzen die in de Leipolder foerageren. Verdere onderzoeken zijn noodzakelijk om deze twijfels weg te nemen. De Dienst Landelijk Gebied heeft verklaard dat de afgeplagde grond na de werkzaamheden weer in de oorspronkelijke staat zal worden teruggebracht, en handhavingsmaatregelen zullen worden genomen indien de werkzaamheden voortgezet worden tijdens de schorsingsprocedure.