ECLI:NL:RVS:2007:BB4689

Raad van State

Datum uitspraak
27 september 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200706289/2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • T.M.A. Claessens
  • M.R. Poot
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake bekostiging evangelische scholengemeenschap De Passie

In deze zaak heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 27 september 2007 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. Het verzoek werd ingediend door het college van burgemeester en wethouders van Wierden, hierna aangeduid als 'het college', tegen de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, hierna 'de Minister'. De zaak betreft de bekostiging van de evangelische scholengemeenschap voor mavo, havo en atheneum, genaamd De Passie, die gevestigd is in Wierden. De Minister had op 20 oktober 2006 besloten om De Passie op te nemen in het Plan van Scholen voor de jaren 2007-2008-2009, zonder jaartal van bekostiging. Dit besluit werd door het college bestreden, en op 27 juli 2007 verklaarde de Minister het bezwaar van het college ongegrond.

Het college heeft vervolgens beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat zij vreesde dat De Passie in augustus 2008 bekostigd zou moeten worden, wat hen zou dwingen om nu al voorbereidingen te treffen voor de begroting van 2008. De Voorzitter oordeelde dat het niet op voorhand vaststaat dat het besluit van de Minister in rechte niet zal standhouden. De beslissing over de bekostiging van De Passie zal pas in de hoofdzaak worden genomen. De Voorzitter concludeerde dat er geen spoedeisend belang was voor schorsing van het scholenplan, en dat het college en de gemeenteraad de nodige voorbereidingen voor de huisvesting van De Passie kunnen treffen zonder dat dit onredelijk is. Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.

De uitspraak benadrukt dat de beoordeling van de voorlopige voorziening een voorlopig karakter heeft en niet bindend is voor de uiteindelijke beslissing in de hoofdzaak. De Voorzitter heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

200706289/2.
Datum uitspraak: 27 september 2007
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
het college van burgemeester en wethouders van Wierden,
verzoeker,
en
de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
verweerder.
1.    Procesverloop
Bij besluit van 20 oktober 2006 heeft verweerder (hierna: de Minister) de evangelische scholengemeenschap voor mavo, havo en atheneum (hierna: De Passie), met Wierden als gemeente van vestiging, zonder jaartal van bekostiging, op het Plan van Scholen 2007-2008-2009 (hierna: het scholenplan) overgenomen.
Bij besluit van 27 juli 2007 heeft de Minister het door verzoeker (hierna: het college) hiertegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Tegen dit besluit heeft het college bij brieven van 31 augustus 2007, bij de Raad van State ingekomen op 3 september 2007, beroep ingesteld, onderscheidenlijk de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Bij brief van 14 september 2007 heeft de Minister een reactie ingediend.
De Voorzitter heeft de zaak ter zitting behandeld op 20 september 2007, waar het college, vertegenwoordigd door mr. F.J. van der Vaart, advocaat te Enschede, en drs. H. Bosma, en de Minister, vertegenwoordigd door mr. J.T.M. Arkensteijn en drs. J.J. van der Lee, ambtenaren ten departemente, zijn verschenen.
Voorts is als belanghebbende gehoord de Stichting Evangelisch Bijbelgetrouw Onderwijs, vertegenwoordigd door mr. J.A. Keijser, advocaat te Voorburg, en [directeur] van de Stichting.
2.    Overwegingen
2.1.    Het oordeel van de Voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2.    Het college heeft verzocht om schorsing van het scholenplan, althans voor zover De Passie daarop is gehandhaafd. De spoedeisendheid van het belang van het college is er in gelegen dat volgens het college door inwerkingtreding van het thans bestreden scholenplan de Passie in augustus 2008 bekostigd moet worden. Het college en de gemeenteraad zullen daarvoor reeds nu bij het opstellen van de begroting voor 2008 de nodige voorbereidingen dienen te treffen met betrekking tot financiële en andere aspecten van de huisvesting, aldus het college.
2.2.1.    Naar het oordeel van de Voorzitter staat niet op voorhand vast dat het besluit van 27 juli 2007 in rechte niet zal standhouden. Eerst bij uitspraak in de hoofdzaak zal komen vast te staan of De Passie in augustus 2008 bekostigd zal moeten worden. Derhalve komt ook eerst dan vast te staan of het college al dan niet moet voorzien in huisvesting voor De Passie en of hij de voorbereidingen die hij daartoe moet treffen al dan niet achterwege had kunnen laten. Schorsing van het scholenplan maakt dat niet anders. De door het college en de gemeenteraad te treffen voorbereidingen inzake de huisvesting zijn ook niet van dien aard dat van het college en de gemeenteraad niet kan worden gevergd deze te treffen. Gelet hierop ziet de Voorzitter geen aanleiding de gevraagde voorziening te treffen.
2.3.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3.    Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. T.M.A. Claessens, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. M.R. Poot, ambtenaar van Staat.
w.g. Claessens     w.g. Poot
Voorzitter     ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 27 september 2007
362.