ECLI:NL:RVS:2007:BB5198

Raad van State

Datum uitspraak
1 oktober 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200704954/2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • A. Kosto
  • A.M.E.A. Neuwahl
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake bestemmingsplan wijziging Zuidwijk/Huygenhoek door college van burgemeester en wethouders van Heerhugowaard

Op 1 oktober 2007 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening met betrekking tot het bestemmingsplan 'Zuidwijk/Huygenhoek', vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Heerhugowaard op 24 april 2007. Verzoekers hebben op 12 juli 2007 beroep ingesteld tegen de goedkeuring van dit plan door het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland, en verzochten de Voorzitter om een voorlopige voorziening. De zaak werd behandeld op 17 september 2007, waarbij de verweerder, vertegenwoordigd door mr. D. Westerval, en het college, vertegenwoordigd door S.C.M. Waardenburg, aanwezig waren. Verzoekers waren niet ter zitting verschenen.

De Voorzitter overwoog dat het plan voorziet in de toekenning van een bouwvlak voor een nieuwe woning op een perceel dat eigendom is van de gemeente Heerhugowaard. Verzoekers stelden dat de goedkeuring van het plan in strijd is met de welstandsnota en dat het schaduwonderzoek onvolledig is. Echter, ter zitting bleek dat er nog geen aanvraag voor een bouwvergunning was ingediend en dat er geen concrete bouwplannen waren. Hierdoor was er volgens de Voorzitter geen spoedeisend belang voor verzoekers bij schorsing van het besluit.

De conclusie was dat het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 1 oktober 2007.

Uitspraak

200704954/2.
Datum uitspraak: 1 oktober 2007
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoekers], beiden wonend te [woonplaats],
en
het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland,
verweerder.
1.    Procesverloop
Bij besluit van 24 april 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Heerhugowaard (hierna: het college) het plan tot wijziging van het bestemmingsplan "Zuidwijk/Huygenhoek" (hierna: het plan) vastgesteld.
Bij besluit van 12 juni 2007, kenmerk 2007-32855, heeft verweerder beslist over de goedkeuring van dit plan.
Tegen dit besluit hebben onder meer verzoekers bij brief van 12 juli 2007, bij de Raad van State ingekomen op 17 juli 2007, beroep ingesteld.
Voorts hebben zij de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft de zaak ter zitting behandeld op 17 september 2007, waar verweerder, vertegenwoordigd door mr. D. Westerval, ambtenaar in dienst van de provincie, is verschenen. Voorts is als partij gehoord het college, vertegenwoordigd door S.C.M. Waardenburg, ambtenaar in dienst van de gemeente. Verzoekers zijn, zonder bericht van verhindering, niet ter zitting verschenen.
2.    Overwegingen
2.1.    Het plan voorziet in de toekenning van een bouwvlak ten behoeve van de realisering van een nieuwe woning aan het perceel [locatie] te [plaats].
2.2.    Verzoekers voeren aan dat verweerder, door goedkeuring aan het plan te hechten, heeft miskend dat het wat betreft de maximaal toegestane breedte van het bouwvlak in strijd is met de welstandsnota Heerhugowaard 2006. Voorts stellen zij dat het schaduwonderzoek onvolledig is en dat zowel het college als verweerder niet voldoende op de door hen aangevoerde argumenten zijn ingegaan.
2.3.    Ter zitting is gebleken dat voornoemd perceel eigendom van de gemeente Heerhugowaard is en dat nog geen aanvraag om bouwvergunning ten behoeve van een nieuwe woning is ingediend. Omdat evenmin is gebleken van concrete bouwplannen voor het perceel, acht de Voorzitter het niet aannemelijk dat dit op korte termijn zal gebeuren. Gelet hierop is van een spoedeisend belang van verzoekers bij schorsing van het besluit van verweerder over de goedkeuring van het plan geen sprake.
2.4.    De conclusie is dat het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening moet worden afgewezen.
2.5.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3.    Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. A. Kosto, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. A.M.E.A. Neuwahl, ambtenaar van Staat.
w.g. Kosto     w.g. Neuwahl
Voorzitter     ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 1 oktober 2007
280-464.