ECLI:NL:RVS:2007:BB6292
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- K. Brink
- D. van Leeuwen
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in het bestuursrecht betreffende horeca-inrichting Stella Maris te Katwijk
Op 3 juli 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Katwijk een besluit genomen waarin nadere eisen zijn gesteld aan de horeca-inrichting "Stella Maris", gelegen aan de Koningin Wilhelminastraat 14-14b te Katwijk. Dit besluit werd op 13 juli 2007 ter inzage gelegd. Verzoekster heeft op 15 augustus 2007 beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. De zaak werd behandeld op 4 oktober 2007, waarbij verzoekster werd bijgestaan door haar advocaat, mr. P.P. Otte, en verweerder werd vertegenwoordigd door ambtenaren van de gemeente, J.A. Sangers en N.G. Haasnoot.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in zijn overwegingen aangegeven dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure. De nadere eisen die door verweerder zijn gesteld, zijn gebaseerd op klachten en een geluidonderzoek dat op 9 juni 2006 is uitgevoerd. Tijdens dit onderzoek werd een geluidniveau van 76 dB(A) gemeten, wat een overschrijding betekent van het maximaal toegestane geluidniveau van 70 dB(A).
Verzoekster richtte haar bezwaren tegen een specifieke nadere eis die vereist dat binnen vier weken na het onherroepelijk worden van de beschikking een akoestisch onderzoek moet worden overgelegd. De Voorzitter concludeerde dat er geen spoedeisend belang was bij het verzoek om een voorlopige voorziening, aangezien het overleggen van het akoestisch onderzoeksrapport of het installeren van een geluidbegrenzer pas na de beslissing op het beroep dient te gebeuren. Daarom werd het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen. Er was ook geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.