ECLI:NL:RVS:2007:BB6296
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- K. Brink
- M.J. van der Zijpp
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening tegen last onder dwangsom opgelegd door het college van burgemeester en wethouders van Montferland
In deze zaak heeft de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 17 oktober 2007 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, een onderneming gevestigd te [plaats], had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Montferland, dat op 11 september 2007 een last onder dwangsom had opgelegd. Dit besluit was genomen omdat verweerder constateerde dat verzoekster op haar terreinen een toplaag afgraven en puinverharding aanbrengen, wat volgens verweerder zou neerkomen op het uitbreiden van een naastgelegen inrichting zonder de vereiste vergunning op grond van de Wet milieubeheer.
Verzoekster betoogde echter dat er geen sprake was van een wijziging van de inrichting en dat verweerder dus niet bevoegd was om handhavend op te treden. De Voorzitter heeft de zaak op 15 oktober 2007 ter zitting behandeld, waarbij verzoekster werd vertegenwoordigd door haar advocaat en een gemachtigde, en verweerder door ambtenaren van de gemeente.
Na beoordeling van de feiten concludeerde de Voorzitter dat de werkzaamheden enkel bestonden uit het bouwrijp maken van de terreinen, wat geen vergunning vereiste volgens de Wet milieubeheer. De Voorzitter oordeelde dat er geen overtreding was en dat verweerder onbevoegd was om de last onder dwangsom op te leggen. Daarom werd het besluit van het college van burgemeester en wethouders geschorst en werd de gemeente veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan verzoekster.