ECLI:NL:RVS:2007:BB6787
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd
- D. van Leeuwen
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in het bestuursrecht inzake revisievergunning varkenshouderij
Op 27 juni 2007 verleende het college van burgemeester en wethouders van Halderberge aan [vergunninghouder] een revisievergunning voor een varkenshouderij, gelegen aan de [locatie] te [plaats]. Dit besluit werd op 28 juni 2007 ter inzage gelegd. Verzoeker heeft op 19 juli 2007 beroep ingesteld tegen dit besluit, en op 23 juli 2007 verzocht om een voorlopige voorziening. De zaak werd behandeld op 11 oktober 2007, waar verzoeker in persoon verscheen, terwijl verweerder vertegenwoordigd was door drs. J.A. Keij en ing. R. van Diepen. Ook vergunninghouder was aanwezig, bijgestaan door [gemachtigde] en R.A.A. Sneijders.
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde dat het besluit van verweerder onzorgvuldig was voorbereid, omdat er geen rekening was gehouden met de ingebrachte zienswijzen van verzoeker. Verweerder erkende deze fout en besloot het bestreden besluit in te trekken, waarna een nieuw besluit zou worden genomen. De Voorzitter besloot om een voorlopige voorziening te treffen, waarbij het besluit van 27 juni 2007 werd geschorst. Tevens werd het college van burgemeester en wethouders van Halderberge veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van verzoeker, tot een bedrag van € 51,27, en het griffierecht van € 143,00 diende ook vergoed te worden.
De uitspraak werd openbaar gedaan op 23 oktober 2007, en de Voorzitter benadrukte dat het oordeel voorlopig was en niet bindend in de bodemprocedure. De zaak illustreert de noodzaak van zorgvuldige besluitvorming in het bestuursrecht, vooral bij het verlenen van vergunningen.