ECLI:NL:RVS:2007:BB6788
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd
- D. van Leeuwen
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in het kader van een revisievergunning voor varkenshouderij
In deze zaak heeft de Raad van State op 23 oktober 2007 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een revisievergunning voor een varkenshouderij. De vergunning werd op 29 mei 2007 verleend door het college van burgemeester en wethouders van Rucphen. De vergunninghoudster had een revisievergunning aangevraagd op basis van artikel 8.4, eerste lid, van de Wet milieubeheer. Dit besluit werd op 14 juni 2007 ter inzage gelegd, waarna drie verzoekers, wonend in de nabijheid van de varkenshouderij, beroep instelden tegen dit besluit. De verzoekers vroegen de Voorzitter van de Raad van State om een voorlopige voorziening te treffen, omdat zij bezwaren hadden tegen de verleende vergunning.
De zaak werd behandeld op 11 oktober 2007, waar de verzoekers in persoon verschenen, terwijl de verweerder werd vertegenwoordigd door ambtenaren van de gemeente en de Regionale Milieudienst West-Brabant. De vergunninghoudster was ook aanwezig, vertegenwoordigd door een gemachtigde. Tijdens de zitting werd duidelijk dat voor de uitbreiding van de inrichting met een stal een bouwvergunning vereist was, die nog niet was verleend. Daarnaast moest de procedure voor de benodigde vrijstelling volgens de Wet op de Ruimtelijke Ordening nog worden doorlopen. De Voorzitter concludeerde dat het niet aannemelijk was dat de bouwvergunning op korte termijn zou worden verleend, en dat er dus geen spoedeisend belang was bij het verzoek om een voorlopige voorziening.
Uiteindelijk heeft de Voorzitter de verzoeken om het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 23 oktober 2007.