ECLI:NL:RVS:2007:BB7274
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- T.M.A. Claessens
- J.A.A. van Roessel
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake bouwvergunning en vrijstelling door college van burgemeester en wethouders van Aa en Hunze
Op 28 juni 2006 verleende het college van burgemeester en wethouders van Aa en Hunze vrijstelling en een bouwvergunning voor het plaatsen en veranderen van bijgebouwen op een perceel in [plaats]. Verzoekers, die bezwaar maakten tegen dit besluit, kregen op 21 november 2006 te horen dat hun bezwaar ongegrond was. Hierop hebben zij beroep ingesteld bij de rechtbank Assen, die op 11 juni 2007 het beroep ongegrond verklaarde. Verzoekers hebben vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State en verzocht om een voorlopige voorziening. De Voorzitter heeft de zaak op 18 oktober 2007 behandeld, waarbij verzoekers en de vergunninghouder in persoon verschenen, en het college vertegenwoordigd was door T. Bruining, ambtenaar van de gemeente.
In zijn overwegingen stelt de Voorzitter dat besluiten in het algemeen uitvoerbaar zijn, ook als daartegen een rechtsmiddel is aangewend. Dit geldt des te meer nu de rechtbank het besluit al had getoetst en het beroep ongegrond had verklaard. De Voorzitter concludeert dat de argumenten van verzoekers niet voldoende zijn om aan te nemen dat de aangevallen uitspraak in de bodemprocedure niet in stand zal blijven. De rechtbank had naar voorlopig oordeel de juiste uitleg van het bestemmingsplan gevolgd en de vrijstelling en bouwvergunning konden in redelijkheid worden verleend. De Voorzitter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing werd op 29 oktober 2007 openbaar uitgesproken.