ECLI:NL:RVS:2007:BB7771
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- M. Oosting
- D. van Leeuwen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening voor revisievergunning pluimvee- en varkenshouderij
In deze zaak heeft de Raad van State op 7 november 2007 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een revisievergunning voor een pluimvee- en varkenshouderij. Verzoekster had op 26 juni 2007 een aanvraag ingediend voor een revisievergunning, die gedeeltelijk was verleend en gedeeltelijk geweigerd door het college van burgemeester en wethouders van Montferland. De weigering betrof het houden van 528 opfokzeugen, omdat de beste beschikbare technieken niet werden toegepast in de aangevraagde stal. Verzoekster heeft op 17 augustus 2007 beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat zij de activiteiten met de opfokzeugen kon voortzetten in afwachting van de bodemprocedure.
De Voorzitter heeft de zaak op 25 oktober 2007 ter zitting behandeld, waar zowel verzoekster als verweerder aanwezig waren. Tijdens de zitting bleek dat verzoekster van plan was haar agrarische activiteiten op termijn te staken en geen investeringen in de zeugenstal te doen. Verweerder heeft aangegeven niet handhavend op te treden tegen het zonder vergunning houden van de opfokzeugen, gezien de omstandigheden. De Voorzitter oordeelde dat er geen sprake was van onverwijlde spoed die een voorlopige voorziening vereiste, en heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak benadrukt het voorlopige karakter van de beslissing en dat deze niet bindend is voor de bodemprocedure. De zaak illustreert de afwegingen die gemaakt worden bij het verlenen van vergunningen en de toepassing van de Algemene wet bestuursrecht.