ECLI:NL:RVS:2007:BB7800
Raad van State
- Eerste aanleg - meervoudig
- W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd
- H. Borstlap
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Vergunningverlening voor biogasinstallatie en ontvankelijkheid van beroep
In deze zaak gaat het om de vergunningverlening door het college van burgemeester en wethouders van Tynaarlo aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "Bio Energie Bunne Holding B.V. i.o." voor het oprichten en in werking hebben van een biogasinstallatie. De vergunning is verleend op 2 augustus 2006 en ter inzage gelegd op 11 augustus 2006. Tegen deze vergunning hebben appellanten bezwaar gemaakt, waarna het bezwaar is doorgezonden naar de Raad van State als beroepschrift. De appellanten hebben hun gronden aangevuld in februari 2007 en verweerder heeft in april 2007 een verweerschrift ingediend. De zaak is behandeld op de zitting van 20 september 2007, waar zowel de appellanten als de vergunninghoudster vertegenwoordigd waren.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de inrichting van de biogasinstallatie een verwerkingscapaciteit heeft van 36.000 ton. De wetgeving, met name de Wet milieubeheer en de Algemene wet bestuursrecht, bepaalt wie als belanghebbende kan worden aangemerkt. In dit geval bleek dat de afstand van de woningen van de appellanten tot de inrichting te groot was om hen als belanghebbenden te kwalificeren. Appellant 1 woont meer dan één kilometer van de inrichting, terwijl appellanten 2 en 3 op meer dan 500 meter afstand wonen. Gezien deze afstanden en de aard van de inrichting is het niet aannemelijk dat zij milieugevolgen van de inrichting kunnen ondervinden.
Daarom heeft de Afdeling het beroep van de appellanten niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 14 november 2007.