ECLI:NL:RVS:2007:BB7800

Raad van State

Datum uitspraak
14 november 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200700572/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd
  • H. Borstlap
  • H.G. Sevenster
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vergunningverlening voor biogasinstallatie en ontvankelijkheid van beroep

In deze zaak gaat het om de vergunningverlening door het college van burgemeester en wethouders van Tynaarlo aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "Bio Energie Bunne Holding B.V. i.o." voor het oprichten en in werking hebben van een biogasinstallatie. De vergunning is verleend op 2 augustus 2006 en ter inzage gelegd op 11 augustus 2006. Tegen deze vergunning hebben appellanten bezwaar gemaakt, waarna het bezwaar is doorgezonden naar de Raad van State als beroepschrift. De appellanten hebben hun gronden aangevuld in februari 2007 en verweerder heeft in april 2007 een verweerschrift ingediend. De zaak is behandeld op de zitting van 20 september 2007, waar zowel de appellanten als de vergunninghoudster vertegenwoordigd waren.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de inrichting van de biogasinstallatie een verwerkingscapaciteit heeft van 36.000 ton. De wetgeving, met name de Wet milieubeheer en de Algemene wet bestuursrecht, bepaalt wie als belanghebbende kan worden aangemerkt. In dit geval bleek dat de afstand van de woningen van de appellanten tot de inrichting te groot was om hen als belanghebbenden te kwalificeren. Appellant 1 woont meer dan één kilometer van de inrichting, terwijl appellanten 2 en 3 op meer dan 500 meter afstand wonen. Gezien deze afstanden en de aard van de inrichting is het niet aannemelijk dat zij milieugevolgen van de inrichting kunnen ondervinden.

Daarom heeft de Afdeling het beroep van de appellanten niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 14 november 2007.

Uitspraak

200700572/1.
Datum uitspraak: 14 november 2007
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellanten], wonend te [woonplaatsen]
en
het college van burgemeester en wethouders van Tynaarlo,
verweerder.
1.    Procesverloop
Bij besluit van 2 augustus 2006 heeft verweerder aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "Bio Energie Bunne Holding B.V. i.o." (hierna: vergunninghoudster) een vergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer verleend voor het oprichten en in werking hebben van een biogasinstallatie ten behoeve van duurzame energieproductie op het perceel kadastraal bekend, Gemeente Vries, sectie R, nummer 587, plaatselijk bekend Roderweg ongenummerd te Bunne. Dit besluit is op 11 augustus 2006 ter inzage gelegd.
Tegen dit besluit hebben appellanten bij brief van 3 januari 2007, bij verweerder ingekomen op 9 januari 2007, bezwaar gemaakt. Verweerder heeft dit geschrift aan de Raad van State doorgezonden ter behandeling als beroepschrift. De gronden zijn aangevuld bij brief van 15 februari 2007.
Bij brief van 2 april 2007 heeft verweerder een verweerschrift ingediend.
Na afloop van het vooronderzoek zijn bij brieven van 3 september 2007 nadere stukken ontvangen van onderscheidenlijk appellanten en vergunninghoudster. Deze zijn aan de partijen toegezonden.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 20 september 2007, waar appellanten, in persoon en bijgestaan door W.L. Jonker-ter Veld, en verweerder, vertegenwoordigd door W.E. Scholte, ambtenaar van de gemeente, zijn verschenen. Voorts is als partij vergunninghoudster gehoord, vertegenwoordigd door W.A. Kievit en H.R. Bousema.
2.    Overwegingen
2.1.    De inrichting betreft een biogasinstallatie met een verwerkingscapaciteit van 36.000 ton.
2.2.    Ingevolge artikel 20.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer, voor zover hier van belang, kan een belanghebbende tegen een besluit op grond van deze wet beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
2.3.    Wanneer krachtens de Wet milieubeheer een vergunning voor het oprichten en het in werking hebben van een inrichting of een zogenoemde revisievergunning wordt verleend, zijn naast de aanvrager onder meer de eigenaren en bewoners van percelen waarop milieugevolgen van deze inrichting kunnen worden ondervonden belanghebbenden.
2.4.    Ter zitting is komen vast te staan dat [appellant 1] op een afstand van meer dan één kilometer van de inrichting woont. [appellanten 2 en 3] wonen, zoals ter zitting is gebleken, op een afstand van ruim 500 meter van de in verband met de vergunning nieuw op te richten bebouwing. Gelet op deze afstanden en op de aard van de inrichting is het niet aannemelijk dat ter plaatse van de woningen van appellanten milieugevolgen van de inrichting kunnen worden ondervonden. Zij zijn daarom niet aan te merken als belanghebbende als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Awb.
2.5.    Het beroep is niet-ontvankelijk.
3.    Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd, Voorzitter, en drs. H. Borstlap en mr. H.G. Sevenster, Leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Duursma, ambtenaar van Staat.
w.g. Hammerstein-Schoonderwoerd    w.g. Duursma
Voorzitter    ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 14 november 2007
255-378.