ECLI:NL:RVS:2007:BB7801

Raad van State

Datum uitspraak
14 november 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200700647/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • R.W.L. Loeb
  • J.G.C. Wiebenga
  • S.J.E. Horstink-von Meyenfeldt
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan Zuidpolder-Oost vastgesteld door gemeenteraad Edam-Volendam

Op 27 januari 2005 heeft de gemeenteraad van Edam-Volendam het bestemmingsplan "Zuidpolder-Oost" vastgesteld. Dit besluit werd op 21 september 2006 gedeeltelijk vernietigd door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Tegen deze beslissing hebben de vereniging "Denken vóór Doen" en anderen op 7 maart 2007 beroep ingesteld, waarbij zij hun gronden op 20 maart 2007 hebben aangevuld. De zitting vond plaats op 1 november 2007, waar de appellanten vertegenwoordigd waren door drs. H.F. Kleibrink en de verweerder door mr. Y.H.M. Huisman, ambtenaar van de provincie. De gemeenteraad was vertegenwoordigd door mr. J.C. Ellerman, advocaat te Amsterdam.

De appellanten stelden dat de gemeenteraad ten onrechte tijdens de beroepstermijn van het heroverwegingsbesluit het ontwerp-bestemmingsplan "Zuidpolder-Oost, eerste partiële herziening 2007" ter inzage heeft gelegd. Zij betoogden dat voor het gehele plangebied van het bestemmingsplan een nieuw bestemmingsplan moest worden vastgesteld en dat het gefaseerd vaststellen van nieuwe bestemmingsplannen in strijd is met de rechtszekerheid. De Afdeling oordeelde echter dat dit betoog niet de rechtmatigheid van het bestreden besluit betreft en derhalve niet kan leiden tot vernietiging van dat besluit.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 14 november 2007.

Uitspraak

200700647/1.
Datum uitspraak: 14 november 2007
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
de vereniging "Denken vóór Doen", gevestigd te Edam, gemeente Edam-Volendam, en anderen,
appellanten,
en
het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland,
verweerder.
1.    Procesverloop
Bij besluit van 27 januari 2005 heeft de gemeenteraad van Edam-Volendam (hierna: de gemeenteraad), het bestemmingsplan "Zuidpolder-Oost" vastgesteld.
Verweerder heeft bij besluit van 23 augustus 2005, kenmerk
2005-8593, over de goedkeuring ervan beslist.
De Afdeling heeft dit besluit bij uitspraak van 21 september 2006 in zaak no.
200508299/1gedeeltelijk vernietigd.
Verweerder heeft bij besluit van 12 december 2006, kenmerk
2006-62492, opnieuw over de goedkeuring van het plan beslist.
Tegen dit besluit hebben de vereniging "Denken vóór Doen" en anderen bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 7 maart 2007, beroep ingesteld. Zij hebben de gronden van het beroep aangevuld bij brief van 20 maart 2007.
Voor afloop van het vooronderzoek is een nader stuk ontvangen van de gemeenteraad van Edam-Volendam.
Na afloop van het vooronderzoek zijn nadere stukken ontvangen van de vereniging "Denken vóór Doen" en anderen en de gemeenteraad van Edam-Volendam. Deze zijn steeds aan de andere partijen toegezonden.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 1 november 2007, waar appellanten vertegenwoordigd door drs. H.F. Kleibrink, en verweerder, vertegenwoordigd door mr. Y.H.M. Huisman, ambtenaar in dienst van de provincie, zijn verschenen. Voorts is daar de gemeenteraad gehoord, vertegenwoordigd door mr. J.C. Ellerman, advocaat te Amsterdam.
2.    Overwegingen
2.1.    De vereniging "Denken vóór Doen" en anderen hebben aangevoerd dat de gemeenteraad ten onrechte tijdens de beroepstermijn van het heroverwegingsbesluit het ontwerp-bestemmingsplan "Zuidpolder-Oost, eerste partiële herziening 2007" ter inzage heeft gelegd. Volgens hen dient voor het gehele plangebied van het bestemmingsplan "Zuidpolder-Oost" een nieuw bestemmingsplan te worden vastgesteld en is het in strijd met de rechtszekerheid dat voor die plandelen waaraan goedkeuring is onthouden gefaseerd nieuwe bestemmingsplannen worden vastgesteld.
2.2.    Dit betoog betreft niet de rechtmatigheid van het in deze procedure bestreden besluit. Het kan dan ook niet leiden tot vernietiging van dat besluit.
Het beroep is ongegrond.
2.3.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3.    Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. R.W.L. Loeb, Voorzitter, en mr. J.G.C. Wiebenga en mr. S.J.E. Horstink-von Meyenfeldt, Leden, in tegenwoordigheid van mr. C. Taal, ambtenaar van Staat.
w.g. Loeb     w.g. Taal
Voorzitter     ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 14 november 2007
325-559.