ECLI:NL:RVS:2007:BB8368
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- M. Oosting
- J. Heijerman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake handhaving Wet milieubeheer te Amsterdam
In deze zaak hebben verzoekers op 28 augustus 2007 een verzoek ingediend bij de Raad van State om handhavend op te treden tegen een fontein op de kruising van de Hogeweg met de Linnaeusparkweg te Amsterdam. Verzoekers stellen dat deze fontein een inrichting is in de zin van de Wet milieubeheer en dat de geluidgrenswaarden, zoals vastgesteld in het Besluit voorzieningen en installaties milieubeheer, worden overschreden. Verweerder, het dagelijks bestuur van het stadsdeel Oost/Watergraafsmeer, heeft het verzoek afgewezen, waarop verzoekers bezwaar hebben gemaakt. Op 10 september 2007 hebben zij de Voorzitter van de Raad van State verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De zaak is behandeld op 29 oktober 2007, waar verzoekers in persoon aanwezig waren, terwijl verweerder werd vertegenwoordigd door mr. B.A. Jong, advocaat te Amsterdam. Ook het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam was vertegenwoordigd door ambtenaren. De Voorzitter heeft overwogen dat er onvoldoende gegevens zijn om te bepalen of de fontein als inrichting onder de Wet milieubeheer valt. Een nader onderzoek is noodzakelijk, maar valt buiten het kader van deze procedure.
De Voorzitter concludeert dat het verzoek om de fontein stil te leggen een te vergaande maatregel is, vooral omdat een besluit op het bezwaar van verzoekers binnen afzienbare tijd te verwachten is en de fontein op 1 december 2007 voor enkele maanden buiten werking zal worden gesteld. Daarom wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is openbaar uitgesproken op 12 november 2007.