ECLI:NL:RVS:2007:BB8893
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd
- M. Duursma
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake wijziging inrichting en milieu-effecten
Op 19 november 2007 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend door een aantal verzoekers tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Hardinxveld-Giessendam, dat op 21 september 2007 een melding van de vergunninghoudster voor de verandering van de inrichting op een perceel te [plaats] had geaccepteerd. De verzoekers waren van mening dat deze wijziging zou leiden tot een toename van geluid-, stof- en geurhinder door de grotere opslagcapaciteit die de verandering met zich meebracht.
De zaak werd behandeld op 6 november 2007, waarbij de verzoekers werden vertegenwoordigd door hun gemachtigde, mr. C.G.J.M. Termaat, en de verweerder door mr. A.J.M.M. Scholtes en mr. E. Vos. De vergunninghoudster was ook aanwezig, vertegenwoordigd door [directeuren]. De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak, mr. W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd, heeft in zijn overwegingen aangegeven dat de melding niet kon worden geweigerd enkel op basis van de grotere opslagcapaciteit, mits voldaan werd aan de voorwaarden van de Wet milieubeheer.
De Voorzitter concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat de beoogde veranderingen zouden leiden tot meer hinder voor de omgeving. De argumenten van de verzoekers werden niet overtuigend geacht, en de Voorzitter zag geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde dag, 19 november 2007, en het verzoek werd afgewezen.