ECLI:NL:RVS:2007:BB8903
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- K. Brink
- J. Fransen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake last onder dwangsom opgelegd aan vergunninghouder
Op 21 november 2007 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een verzoeker bezwaar maakte tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Beuningen. Dit besluit, genomen op 17 oktober 2007, hield in dat aan de vergunninghoudster een last onder dwangsom werd opgelegd met betrekking tot de inrichting aan de [locatie] te [plaats]. De verzoeker, die de vergunning voor de inrichting had, verzocht de Voorzitter van de Raad van State om een voorlopige voorziening te treffen. De zaak werd behandeld op 8 november 2007.
De Voorzitter overwoog dat het bestreden besluit ten onrechte aan de vergunninghoudster was geadresseerd, aangezien de vergunning aan de verzoeker was verleend. Desondanks werd vastgesteld dat de last was opgelegd aan de verzoeker als overtreder. De verzoeker stelde dat er uitzicht op legalisatie bestond, maar de Voorzitter oordeelde dat er geen concreet uitzicht op legalisatie was, omdat de door de verzoeker ingediende aanvraag voor een revisievergunning niet ontvankelijk was verklaard. Dit betekende dat de verzoeker niet kon aantonen dat handhaving onevenredig zou zijn in verhouding tot de belangen die gediend zijn met handhaving.
Daarnaast werd overwogen dat de verzoeker voldoende op de hoogte was van de overtreding, aangezien hij al eerder was geïnformeerd over de overtreding van vergunningvoorschrift 11.1. De termijn die in het bestreden besluit was gesteld om de overtreding te beëindigen, werd als redelijk beschouwd. Gelet op deze overwegingen werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 21 november 2007.