ECLI:NL:RVS:2007:BB9471

Raad van State

Datum uitspraak
5 december 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200702145/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • H. Troostwijk
  • B. Klein Nulent
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vrijstelling voor aanleg parkeerplaatsen in Paterswolde

In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door een appellant tegen een uitspraak van de rechtbank Assen. De rechtbank had op 6 februari 2007 het beroep van de appellant ongegrond verklaard, dat was ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Tynaarlo. Dit college had op 29 maart 2006 vrijstelling verleend aan de besloten vennootschap 'Exploitatie Maatschappij Arti Imfa B.V.' voor het aanleggen van 50 parkeerplaatsen achter het perceel Hoofdweg 266 te Paterswolde. De appellant was het niet eens met deze vrijstelling en heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij de Raad van State. Tijdens de zitting op 16 november 2007 zijn de appellant, het college, en de vertegenwoordiger van Arti Imfa, mr. drs. V.N. Mantel, aanwezig geweest. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in haar overwegingen vastgesteld dat het belang van de appellant bij de beoordeling van de aangevallen uitspraak is vervallen, omdat een eerder beroep tegen de goedkeuring van het bestemmingsplan 'Eelde-Paterswolde kern' ongegrond was verklaard. Hierdoor is het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 5 december 2007.

Uitspraak

200702145/1.
Datum uitspraak: 5 december 2007
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak in zaak nr. 06/685 van de rechtbank Assen van 6 februari 2007 in het geding tussen:
appellant
en
het college van burgemeester en wethouders van Tynaarlo.
1.    Procesverloop
Bij besluit van 29 maart 2006, voorbereid met toepassing van afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht, heeft het college van burgemeester en wethouders van Tynaarlo (hierna: het college) aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "Exploitatie Maatschappij Arti Imfa B.V." (hierna: Arti Imfa) vrijstelling verleend voor het aanleggen van 50 parkeerplaatsen achter het perceel Hoofdweg 266 te Paterswolde.
Bij uitspraak van 6 februari 2007, verzonden op 13 februari 2007, heeft de rechtbank Assen het door appellant daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft appellant bij brief van 26 maart 2007, bij de Raad van State ingekomen op 27 maart 2007, hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht.
Bij brieven van 29 en 31 mei 2007 heeft het college van antwoord gediend.
Na afloop van het vooronderzoek zijn nadere stukken ontvangen van het college en Arti Imfa. Deze zijn aan de andere partijen toegezonden.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 16 november 2007, waar appellant, in persoon, en het college, vertegenwoordigd door J.E. Ploeger en drs. E.D.F. de Boer, ambtenaren in dienst van de gemeente, zijn verschenen. Voorts is daar Arti Imfa, vertegenwoordigd door mr. drs. V.N. Mantel, advocaat te Rotterdam, gehoord.
2.    Overwegingen
2.1.    Bij uitspraak van heden, met nr.
200706200/1, heeft de Afdeling het tegen het besluit omtrent de goedkeuring van het bestemmingsplan "Eelde-Paterswolde kern" ingestelde beroep ongegrond verklaard. Dit bestemmingsplan is daarmee in rechte onaantastbaar geworden. Het bestemmingsplan "Eelde-Paterswolde kern" voorziet in het juridisch-planologische kader voor de ontwikkeling van een parkeerterrein, waarop (ook) de vrijstelling betrekking heeft en is de titel voor de ruimtelijke ingreep waartegen appellant zich keert. Het belang bij beoordeling van de aangevallen uitspraak is derhalve vervallen.
2.2.    Het hoger beroep is niet-ontvankelijk.
2.3.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3.    Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. H. Troostwijk, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. B. Klein Nulent, ambtenaar van Staat.
w.g. Troostwijk     w.g. Klein Nulent
Lid van de enkelvoudige kamer     ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 5 december 2007
218-328-499.