ECLI:NL:RVS:2007:BB9933

Raad van State

Datum uitspraak
7 december 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200707982/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • M. Oosting
  • P.A. Melse
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Last onder dwangsom opgelegd aan Tweemetaal B.V. met betrekking tot vergunning en voorschriften

Op 18 oktober 2007 heeft het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland aan de besloten vennootschap Tweemetaal B.V., gevestigd te Dordrecht, een last onder dwangsom opgelegd. Deze last was gericht op het voorkomen van verdere overtredingen van voorschrift 6.2, dat verbonden is aan de op 26 mei 2000 verleende vergunning aan verzoekster. Tweemetaal B.V. heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. Dit verzoek is ingediend op 15 november 2007, na een zitting op 26 november 2007 waar beide partijen aanwezig waren. Verzoekster, vertegenwoordigd door mr. R.P. Gasseling, stelde dat de opgelegde termijn haar bedrijfsvoering onmogelijk maakte en vroeg om schorsing van deze termijn.

Tijdens de zitting verklaarde verweerder dat de begunstigingstermijn zou worden opgeschort tot na het besluit op het bezwaarschrift. Dit impliceert dat er geen dwangsom geïnd zou worden totdat er een beslissing op het bezwaar was genomen. De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State concludeerde dat er geen spoedeisend belang was voor verzoekster om de schorsing van het besluit te verzoeken, aangezien verweerder bereid was de termijn aan te passen. Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De beslissing werd op 7 december 2007 openbaar uitgesproken door de Voorzitter, mr. M. Oosting, in tegenwoordigheid van mr. P.A. Melse, ambtenaar van Staat.

Uitspraak

200707982/1.
Datum uitspraak: 7 december 2007
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Tweemetaal B.V., gevestigd te Dordrecht,
verzoekster,
en
het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland,
verweerder.
1.    Procesverloop
Bij besluit van 18 oktober 2007 heeft verweerder aan verzoekster met betrekking tot haar inrichting aan de Pieter Hoebeeweg 46 te Dordrecht een last onder dwangsom opgelegd die ertoe strekt verdere overtreding van onder meer voorschrift 6.2 dat is verbonden aan de op 26 mei 2000 aan verzoekster verleende vergunning te voorkomen.
Tegen dit besluit heeft verzoekster bezwaar gemaakt. Bij brief van 14 november 2007, bij de Raad van State ingekomen op 15 november 2007, heeft verzoekster de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft de zaak ter zitting behandeld op 26 november 2007, waar verzoekster, vertegenwoordigd door mr. R.P. Gasseling, advocaat te Rotterdam, vergezeld door [gemachtigden], en verweerder, vertegenwoordigd door mr. S. Bartel, ambtenaar in dienst van de provincie, zijn verschenen.
2.    Overwegingen
2.1.    Verzoekster voert aan dat de in de last onder dwangsom gestelde termijn waarbinnen zij ervoor dient te zorgen dat verdere overtreding van voorschrift 6.2 achterwege blijft, haar bedrijfsvoering onmogelijk maakt. Zij verzoekt de Voorzitter om deze termijn te schorsen.
2.2.    Verweerder heeft ter zitting verklaard de begunstigingstermijn te willen opschorten tot na het besluit op het bezwaarschrift.
De Voorzitter begrijpt dit aldus, dat verweerder bij het besluit op bezwaar een nieuwe begunstigingstermijn zal stellen en geen dwangsom zal innen tot het moment dat een besluit op het bezwaar is genomen.
Gelet hierop is van een spoedeisend belang van verzoekster bij schorsing van het bestreden besluit geen sprake.
2.3.    Gelet hierop bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
2.4.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3.    Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. M. Oosting, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. P.A. Melse, ambtenaar van Staat.
w.g. Oosting    w.g. Melse
Voorzitter    ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 7 december 2007
191-529.