ECLI:NL:RVS:2007:BC1399
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- A. Kosto
- A.P. de Rooy
- Rechtspraak.nl
Goedkeuring bestemmingsplan Waterfront Moerdijk I en verzoek om voorlopige voorziening
Op 14 december 2006 heeft de gemeenteraad van Moerdijk het bestemmingsplan "Waterfront Moerdijk I" vastgesteld, op voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 november 2006. Verweerder, het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant, heeft op 14 augustus 2007 goedkeuring verleend aan dit bestemmingsplan. Tegen deze goedkeuring hebben de verzoekers, bestaande uit de vereniging "Vereniging Milieugroep Moerdijk", de stichting "Stichting Hart van Moerdijk" en het "Bewonersplatform Waterfront Moerdijk", op 15 oktober 2007 beroep ingesteld bij de Raad van State. Tevens hebben zij verzocht om een voorlopige voorziening, omdat zij vrezen dat de goedkeuring van het bestemmingsplan onomkeerbare schade zal toebrengen aan de leefbaarheid in Moerdijk.
De Voorzitter heeft de zaak op 7 december 2007 ter zitting behandeld. De verzoekers waren vertegenwoordigd door G. Verbeeke, A. Vermeulen en P.T.M. Welschen, terwijl verweerder werd vertegenwoordigd door B.C. Coolen. De raad van de gemeente Moerdijk was ook aanwezig, vertegenwoordigd door J.A. van Broekhoven. De verzoekers betogen dat de goedkeuring van het plandeel dat betrekking heeft op het scheepsreparatiebedrijf van [partij] onaanvaardbare gevolgen zal hebben voor de leefbaarheid in het dorp en de ontwikkeling van het westelijke havengebied zal belemmeren.
De Voorzitter overweegt dat er twijfel bestaat over de vraag of het Bewonersplatform Waterfront Moerdijk als belanghebbende kan worden aangemerkt, maar laat deze vraag in het midden omdat de gronden van het verzoek gelijkluidend zijn aan die van de andere verzoekers. De Voorzitter concludeert dat de bezwaren van de verzoekers onvoldoende onderbouwd zijn en dat de goedkeuring van het bestemmingsplan niet zal leiden tot een wezenlijk nadeliger positie voor hen. Daarom wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De beslissing is genomen door de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, mr. A. Kosto, in tegenwoordigheid van mr. A.P. de Rooy, ambtenaar van Staat, en is openbaar uitgesproken op 21 december 2007.