ECLI:NL:RVS:2008:BC2134

Raad van State

Datum uitspraak
16 januari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200704974/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing standplaatsvergunning voor Concert at Sea op de Brouwersdam

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van [appellant] tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een standplaatsvergunning aan de Brouwersdam te Scharendijk tijdens het Concert at Sea op 8 juli 2006. Het college van burgemeester en wethouders van Schouwen-Duiveland heeft op 24 april 2006 de aanvraag afgewezen, waarna het bezwaar van [appellant] op 27 juli 2006 ongegrond werd verklaard. De rechtbank Middelburg heeft op 6 juni 2007 het beroep van [appellant] tegen deze afwijzing eveneens ongegrond verklaard. Hierop heeft [appellant] hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, waarbij hij zijn gronden heeft aangevuld in brieven van 14 juli en 10 augustus 2007.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 17 december 2007 ter zitting behandeld. [appellant] heeft aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat zijn aanvraag als een reguliere standplaatsvergunning moest worden behandeld en dat deze niet doorgezonden hoefde te worden naar de burgemeester voor beoordeling in het kader van de evenementenvergunning. Hij stelde dat zijn aanvraag slechts voor één dag was en dat de Beleidsnota Zonering en ontwikkelingskader strand niet van toepassing was.

De Afdeling heeft echter geoordeeld dat het college de aanvraag terecht als een reguliere standplaatsvergunning heeft aangemerkt. De Beleidsnota biedt geen ruimte voor standplaatsen op de Brouwersdam op de dag van het evenement, en het college had geen aanleiding om van het beleid af te wijken. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel werd eveneens verworpen. De Afdeling heeft het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

200704974/1.
Datum uitspraak: 16 januari 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak in zaak no. 06/998 van de rechtbank Middelburg van 6 juni 2007 in het geding tussen:
appellant
en
het college van burgemeester en wethouders van Schouwen-Duiveland.
1. Procesverloop
Bij besluit van 24 april 2006 heeft het college van burgemeester en wethouders van Schouwen-Duiveland (hierna: het college) de aanvraag van [appellant] om een standplaatsvergunning aan de Brouwersdam te Scharendijk tijdens het Concert at Sea op 8 juli 2006 afgewezen.
Bij besluit van 27 juli 2006 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 6 juni 2007, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank Middelburg (hierna: de rechtbank) het daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] bij brief van 14 juli 2007, bij de Raad van State ingekomen op 17 juli 2007, hoger beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij brief van 10 augustus 2007. Deze brieven zijn aangehecht.
Bij brief van 10 september 2007 heeft het college van antwoord gediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 17 december 2007, waar appellant in persoon en het college, vertegenwoordigd door ,R.D. Lak, ambtenaar der gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 5.2.3, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Schouwen-Duiveland 2005 (hierna: de Apv) is het verboden zonder vergunning van het college op of aan de weg of aan een openbaar water dan wel een andere - al dan niet met enige beperking - voor publiek toegankelijke en in de openlucht gelegen plaats:
a. met een voertuig, een kraam, een tafel of enig ander middel een standplaats in te nemen of te hebben teneinde in de uitoefening van de handel goederen te koop aan te bieden, dan wel diensten aan te bieden;
b. anderszins goederen uit te stallen of uitgestald te hebben om deze te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken aan publiek.
Ingevolge het vijfde lid, onder a, b en c, van dit artikel kan een vergunning worden geweigerd in het belang van de openbare orde, in het belang van het voorkomen of beperken van overlast en in het belang van de verkeersvrijheid- of veiligheid.
2.2. [appellant] heeft aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat het college zijn verzoek terecht heeft opgevat als een verzoek om een reguliere standplaatsvergunning, welke op grond van de Beleidsnota Zonering en ontwikkelingskader strand zoals gewijzigd bij besluit van 22 november 2005 (hierna: de Beleidsnota) mocht worden geweigerd. Zijn aanvraag betrof, aldus [appellant], een algemeen geformuleerd verzoek om op die dag ter plaatste zijn verkoopwagen te mogen neerzetten dat, indien nodig, door het college had moeten worden doorgezonden naar de burgemeester om mee te worden genomen in de evenementenvergunning voor Concert at Sea. Voorts voert hij aan dat, nu zijn aanvraag ziet op een standplaatsvergunning voor slechts één dag, de Beleidsnota niet van toepassing is dan wel dat die omstandigheid een afwijking daarvan rechtvaardigt.
2.2.1. In de aanvraag van 24 maart 2006 heeft [appellant] verzocht hem een vergunning/ontheffing te verlenen voor het innemen van een standplaats op de Brouwersdam op zaterdag 8 juli 2006 omdat hij graag op de dam, in de buurt van het evenement Concert at Sea, een klein verkooppunt wil plaatsen. Ter zitting bij de rechtbank heeft hij volgens het proces-verbaal verklaard, hetgeen hij niet heeft weersproken, dat het een bewuste keuze van hem is geweest om een standplaatsvergunning te vragen. Gelet op het vorenstaande ziet de Afdeling in wat [appellant] heeft aangevoerd geen aanleiding het oordeel van de rechtbank, dat het college de aanvraag terecht heeft aangemerkt als een aanvraag om een reguliere standplaatsvergunning, die niet behoefde te worden doorgezonden naar de burgemeester om te worden beoordeeld in het kader van de te verlenen evenementenvergunning, onjuist te achten. Deze grond faalt.
2.2.2. In de Beleidsnota heeft de Afdeling geen aanknopingspunten gevonden voor het betoog van [appellant] dat deze niet ziet op standplaatsvergunningen voor één dag.
Niet bestreden is dat op grond van het in de Beleidsnota gehanteerde maximumstelsel voor de Brouwersdam geen standplaatsen op de dam meer beschikbaar zijn. Met de rechtbank is de Afdeling van oordeel dat het feit dat voor de Brouwersdam die dag een evenementenvergunning geldt, geen omstandigheid is waarin het college aanleiding had moeten zien om van het gevoerde beleid af te wijken.
Voor zover [appellant] een beroep op het gelijkheidsbeginsel heeft gedaan, sluit de Afdeling zich aan bij de overweging van de rechtbank dat van gelijke gevallen geen sprake is.
2.3. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. C.H.M. van Altena, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. S.C. van Tuyll van Serooskerken, ambtenaar van Staat.
w.g. Van Altena w.g. Van Tuyll van Serooskerken
Lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 16 januari 2008
290.