ECLI:NL:RVS:2008:BC2517

Raad van State

Datum uitspraak
23 januari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200704327/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • R.W.L. Loeb
  • B. van Wagtendonk
  • D. Roemers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen afwijzing subsidieaanvraag door staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de stichting Stichting de Verlichting tegen een besluit van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Op 23 mei 2006 had de staatssecretaris het bezwaar van de stichting tegen de afwijzing van haar subsidieaanvraag ongegrond verklaard. De stichting ging hiertegen in beroep bij de rechtbank Utrecht, die op 15 mei 2007 de uitspraak deed dat het beroep ongegrond was. De stichting heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State, dat op 6 december 2007 ter zitting werd behandeld. De staatssecretaris werd vertegenwoordigd door mr. A. Rendering, bijgestaan door mr. dr. M.D. de Waardt en M.C. Kok MSc. De stichting betoogde dat de rechtbank ten onrechte niet op haar beroepsgronden was ingegaan, maar de Raad van State oordeelde dat de rechtbank wel degelijk op deze gronden was ingegaan. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en is openbaar uitgesproken op 23 januari 2008.

Uitspraak

200704327/1.
Datum uitspraak: 23 januari 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
de stichting Stichting de Verlichting, gevestigd te Nieuwegein,
appellante,
tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 15 mei 2007 in zaak no. 06/2588 in het geding tussen:
appellante
en
de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
1. Procesverloop
Bij besluit van 23 mei 2006 heeft de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: de staatssecretaris) het door appellante (hierna: de stichting) tegen de afwijzing van haar aanvraag om subsidie gemaakte bezwaar opnieuw ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 15 mei 2007, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank Utrecht (hierna: de rechtbank) het daartegen door de stichting ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft de stichting bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 22 juni 2007, hoger beroep ingesteld.
De staatssecretaris heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 6 december 2007, waar de staatssecretaris, vertegenwoordigd door mr. A. Rendering, bijgestaan door mr. dr. M.D. de Waardt en M.C. Kok MSc, is verschenen.
2. Overwegingen
2.1. De stichting betoogt dat de rechtbank ten onrechte voorbij is gegaan aan de gronden van haar beroep tegen het besluit van 23 mei 2006. Zij verwijst naar het geschrift, houdende die gronden, en legt dit over.
2.2. Dit betoog faalt. De rechtbank is ingegaan op de door de stichting voorgedragen beroepsgronden. Door de enkele verwijzing naar die gronden in hoger beroep wordt geen nieuw of ander licht op de zaak geworpen.
2.3. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. R.W.L. Loeb, voorzitter, en mr. B. van Wagtendonk en mr. D. Roemers, leden, in tegenwoordigheid van mr. R.F.J. Bindels, ambtenaar van Staat.
w.g. Loeb w.g. Bindels
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 23 januari 2008
85-507.