ECLI:NL:RVS:2008:BC3020
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H. Troostwijk
- J.W. Prins
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in hoger beroep tegen boetes opgelegd door de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
In deze zaak heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 22 januari 2008 uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend door [verzoekster] tegen de besluiten van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, die op 22 en 28 november 2006 boetes had opgelegd van respectievelijk € 32.000, € 48.000 en € 24.000 wegens overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid had de bezwaren van [verzoekster] tegen deze boetes ongegrond verklaard.
De voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Hertogenbosch had op 27 september 2007 het beroep van [verzoekster] ongegrond verklaard. Hiertegen heeft [verzoekster] hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat de rechtsgevolgen van de besluiten van de minister opgeschort zouden worden totdat op het hoger beroep was beslist. Tijdens de zitting op 9 januari 2008 is het verzoek behandeld.
[verzoekster] voerde aan dat het innen van de boetes zou leiden tot grote financiële problemen. De voorzitter oordeelde echter dat [verzoekster] niet aannemelijk had gemaakt dat zij in een financiële noodsituatie zou komen door de boetes. Bovendien werd opgemerkt dat er mogelijkheden zijn voor een betalingsregeling. De voorzitter concludeerde dat het verzoek om voorlopige voorziening geen spoedeisend belang had en wees het verzoek af.
De beslissing werd genomen door mr. H. Troostwijk, als voorzitter, in aanwezigheid van mr. J.W. Prins, ambtenaar van Staat. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 22 januari 2008.