ECLI:NL:RVS:2008:BC4668

Raad van State

Datum uitspraak
15 februari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200800178/2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening inzake revisievergunning voor voetbalstadion FC Twente te Enschede

Op 15 februari 2008 deed de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Het college van burgemeester en wethouders van Enschede had op 26 november 2007 een revisievergunning verleend aan FC Twente '65 B.V. voor de bouw van een voetbalstadion aan het Colosseum 65 te Enschede. Dit besluit werd op 28 november 2007 ter inzage gelegd. Tegen deze vergunning hebben enkele verzoekers beroep ingesteld, waarbij zij op 8 januari 2008 de voorzitter van de Raad van State verzochten om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 31 januari 2008, waar de verzoekers, vertegenwoordigd door hun advocaat, en het college, vertegenwoordigd door ambtenaren, aanwezig waren. FC Twente was ook vertegenwoordigd door hun advocaat en enkele andere personen. De voorzitter van de Raad van State, W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd, oordeelde dat het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen. De voorzitter merkte op dat de afstand van de woningen van de verzoekers tot de inrichting hen mogelijk niet als belanghebbenden kwalificeerde, maar dat verzoeker B wel als belanghebbende kon worden aangemerkt.

De voorzitter concludeerde dat er geen spoedeisend belang was bij het verzoek, aangezien de bouwwerkzaamheden pas in augustus/september 2008 zouden worden voltooid. De voorzitter besloot het verzoek om voorlopige voorziening af te wijzen en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 15 februari 2008.

Uitspraak

200800178/2.
Datum uitspraak: 15 februari 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoekers], beiden wonend te [woonplaats],
en
het college van burgemeester en wethouders van Enschede,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 26 november 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Enschede (hierna: het college) aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid FC Twente '65 B.V. (hierna: FC Twente) een revisievergunning als bedoeld in artikel 8.4, eerste lid, van de Wet milieubeheer verleend voor een voetbalstadion aan het Colosseum 65 te Enschede. Dit besluit is op 28 november 2007 ter inzage gelegd.
Tegen dit besluit hebben [verzoekers] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 8 januari 2008, beroep ingesteld.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 8 januari 2008, hebben [verzoekers] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 31 januari 2008, waar [verzoekers], vertegenwoordigd door mr. J.C. van Nie, advocaat te Enschede, en het college, vertegenwoordigd door G.J. Voelman, R.G.B.J. Kuipers, M.A. Reekers en B. Olthof, allen werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
Voorts is FC Twente, vertegenwoordigd door mr. B.J.Th. Bouma, advocaat te Enschede, en J.H.A. ten Hag, E. Porcu en B. Veenbrink ter zitting als partij gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.2. Het college en FC Twente betogen dat [verzoekers] vanwege de afstand van de inrichting tot hun woningen geen belanghebbenden zijn als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
De woningen van [verzoekers] liggen op een afstand van respectievelijk circa 800 en 390 meter tot de inrichting. Gelet op de aard en de omvang van de inrichting kan [verzoeker B] naar het oordeel van de voorzitter worden aangemerkt als belanghebbende in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Of [verzoeker A] ook belanghebbende in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht is, laat de voorzitter thans in het midden.
2.3. Voor de uitbreiding van de inrichting met een tweede ring is een bouwvergunning nodig. Ter zitting is gebleken dat de benodigde bouwvergunning inmiddels is verleend. Niet in geschil is dat de bouwwerkzaamheden niet eerder dan augustus/september 2008 voltooid zullen zijn. Eerst vanaf dat moment kan gebruik worden gemaakt van de bij het bestreden besluit verleende vergunning. Gelet hierop is de voorzitter van oordeel dat met het verzoek geen spoedeisend belang is gemoeid. De voorzitter zal trachten de behandeling van de hoofdzaak te bespoedigen.
2.4. De voorzitter wijst het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. J. Fransen, ambtenaar van Staat.
w.g. Hammerstein-Schoonderwoerd w.g. Fransen
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 15 februari 2008
407-493.