ECLI:NL:RVS:2008:BC6399
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H. Troostwijk
- J.W. Prins
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake boete opgelegd door de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
In deze zaak heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 7 maart 2008 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. Het verzoek werd ingediend door [verzoekster], die een boete van € 40.000 had gekregen van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wegens overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen. De boete was opgelegd bij besluit van 12 juni 2006.
Na een ongegrond verklaard bezwaar door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 14 augustus 2007, en een daaropvolgende uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Alkmaar op 19 december 2007, heeft [verzoekster] hoger beroep ingesteld. Tevens verzocht zij om een voorlopige voorziening, die op 22 februari 2008 ter zitting werd behandeld.
[Verzoekster] stelde dat het innen van de boete haar in grote financiële problemen zou brengen. Echter, de voorzitter oordeelde dat [verzoekster] niet aannemelijk had gemaakt dat zij in een financiële noodsituatie zou komen. De minister had bovendien aangegeven dat er mogelijkheden waren voor een betalingsregeling, waar [verzoekster] geen gebruik van had gemaakt.
De voorzitter concludeerde dat het verzoek ontbeert het noodzakelijke spoedeisende belang en wees het verzoek af. Er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 7 maart 2008.