ECLI:NL:RVS:2008:BC6420

Raad van State

Datum uitspraak
12 maart 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200704968/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd
  • J.R. Schaafsma
  • G.N. Roes
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vergunningverlening voor handelsonderneming en de gevolgen van het Activiteitenbesluit

Op 18 juni 2007 verleende het college van burgemeester en wethouders van Papendrecht een vergunning aan De Rivierendriesprong Handelsbedrijf B.V. voor het oprichten en in werking hebben van een handelsonderneming met assemblage op het bedrijventerrein 'Polder het Nieuwland' te Papendrecht. Dit besluit werd op 21 juni 2007 ter inzage gelegd. Tegen deze vergunning heeft De Rivierendriesprong op 13 juli 2007 beroep ingesteld bij de Raad van State. Het college diende een verweerschrift in en de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening bracht een deskundigenbericht uit. De zaak werd op 5 februari 2008 ter zitting behandeld, waarbij De Rivierendriesprong werd vertegenwoordigd door mr. drs. J.G.M. van Mierlo en het college door drs. S. Hartog-Dahmeijer en drs. E.D. Kamsteeg, ambtenaren van de gemeente.

Met de inwerkingtreding van het Activiteitenbesluit op 1 januari 2008, dat de wijziging van artikel 8.1 van de Wet milieubeheer met zich meebracht, verviel de vergunning die aan De Rivierendriesprong was verleend, omdat voor de vergunde activiteiten geen vergunning meer vereist was. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State overwoog dat de bij het bestreden besluit verleende vergunning vóór 1 januari 2008 niet onherroepelijk was en dat er geen maatwerkvoorschriften van toepassing waren. De Afdeling concludeerde dat De Rivierendriesprong geen belang had bij de beoordeling van de rechtmatigheid van het bestreden besluit, waardoor het beroep niet-ontvankelijk werd verklaard.

De beslissing werd genomen in naam der Koningin en de proceskostenveroordeling werd afgewezen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 12 maart 2008.

Uitspraak

200704968/1
Datum uitspraak: 12 maart 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
De Rivierendriesprong Handelsbedrijf B.V., gevestigd te Kerkdriel, gemeente Maasdriel,
appellante,
en
het college van burgemeester en wethouders van Papendrecht,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 18 juni 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Papendrecht (hierna: het college) aan [vergunninghouder] een vergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer verleend voor het oprichten en in werking hebben van een handelsonderneming met assemblage op het bedrijventerrein 'Polder het Nieuwland' te Papendrecht. Dit besluit is op 21 juni 2007 ter inzage gelegd.
Tegen dit besluit heeft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid De Rivierendriesprong Handelsbedrijf B.V. (hierna: De Rivierendriesprong) bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 13 juli 2007, beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening heeft desverzocht een deskundigenbericht uitgebracht.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 5 februari 2008, waar De Rivierendriesprong, vertegenwoordigd door mr. drs. J.G.M. van Mierlo, en vergezeld door [gemachtigden], en het college, vertegenwoordigd door drs. S. Hartog-Dahmeijer en drs. E.D. Kamsteeg, ambtenaren in dienst van de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Op 1 januari 2008 is het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (hierna: het Activiteitenbesluit) en de daarmee samenhangende wijziging van artikel 8.1 van de Wet milieubeheer in werking getreden. Aangezien in verband hiermee voor de bij het bestreden besluit vergunde activiteiten geen vergunning meer is vereist, is de bij dat besluit verleende vergunning vervallen.
Ingevolge artikel 6.1 van het Activiteitenbesluit worden voorschriften die zijn verbonden aan een vóór 1 januari 2008 krachtens de Wet milieubeheer verleende vergunning, die vóór die datum in werking en onherroepelijk was, onder omstandigheden als maatwerkvoorschriften aangemerkt. Omdat de bij het bestreden besluit verleende vergunning vóór 1 januari 2008 niet onherroepelijk was, zijn er geen voorschriften die worden aangemerkt als maatwerkvoorschriften.
Niet is gebleken dat De Rivierendriesprong niettemin belang heeft bij de beoordeling van de rechtmatigheid van het bestreden besluit.
2.2. Het beroep is niet-ontvankelijk.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd, voorzitter, en mr. J.R. Schaafsma en mr. G.N. Roes, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.A. Melse, ambtenaar van Staat.
w.g. Hammerstein-Schoonderwoerd w.g. Melse
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 12 maart 2008
255-489.