ECLI:NL:RVS:2008:BC8488

Raad van State

Datum uitspraak
2 april 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200704047/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd
  • J.R. Schaafsma
  • M.W.L. Simons-Vinckx
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verlening revisievergunning voor fokzeugen- en vleesvarkenshouderij

Op 1 mei 2007 verleende het college van burgemeester en wethouders van Heeze-Leende een revisievergunning aan Veho B.V. voor een fokzeugen- en vleesvarkenshouderij aan de Pandijk 15 te Sterksel. Dit besluit werd op 3 mei 2007 ter inzage gelegd. [appellante] heeft op 12 juni 2007 beroep ingesteld tegen dit besluit, met aanvullende gronden op 11 juli 2007. De zaak werd behandeld op 28 februari 2008, waar [appellante] in persoon verscheen, terwijl het college vertegenwoordigd was door M.L. Hendrikx en E.F.T. Smets-Wolters.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State overwoog dat volgens artikel 20.1 van de Wet milieubeheer een belanghebbende beroep kan instellen tegen een besluit. Artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht definieert een belanghebbende als degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. In dit geval woont [appellante] op een afstand van 2.500 meter van de inrichting en heeft zij niet aannemelijk gemaakt dat zij milieugevolgen van de inrichting kan ondervinden. Hierdoor werd zij niet als belanghebbende erkend.

De Afdeling concludeerde dat het beroep van [appellante] niet-ontvankelijk was, wat betekent dat het beroep niet in behandeling werd genomen. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin, waarbij de voorzitter en de leden van de Afdeling hun beslissing vaststelden, en de uitspraak werd openbaar gemaakt op 2 april 2008.

Uitspraak

200704047/1.
Datum uitspraak: 2 april 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellante], wonend te [woonplaats],
en
het college van burgemeester en wethouders van Heeze-Leende,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 1 mei 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Heeze-Leende (hierna: het college) aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Veho B.V. een revisievergunning als bedoeld in artikel 8.4, eerste lid, van de Wet milieubeheer verleend voor een fokzeugen- en vleesvarkenshouderij aan de Pandijk 15 te Sterksel. Dit besluit is op 3 mei 2007 ter inzage gelegd.
Tegen dit besluit heeft [appellante] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 12 juni 2007, beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 11 juli 2007.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 28 februari 2008, waar [appellante], in persoon, en het college, vertegenwoordigd door M.L. Hendrikx, werkzaam bij de gemeente, en E.F.T. Smets-Wolters, werkzaam bij de SRE Milieudienst, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 20.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer kan, voor zover hier van belang, een belanghebbende tegen een besluit op grond van deze wet beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
2.1.1. Wanneer krachtens de Wet milieubeheer een vergunning voor het oprichten en het in werking hebben van een inrichting of een zogenoemde revisievergunning wordt verleend, zijn naast de aanvrager onder meer de eigenaren en bewoners van percelen waarop milieugevolgen van deze inrichting kunnen worden ondervonden belanghebbenden.
[appellante] woont op een afstand van 2.500 meter van de inrichting. Zij heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij daar milieugevolgen van de inrichting kan ondervinden. [appellante] is daarom geen belanghebbende, zodat het door haar ingestelde beroep niet-ontvankelijk is.
2.2. Het beroep is niet-ontvankelijk.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd, voorzitter, en mr. J.R. Schaafsma en mr. M.W.L. Simons-Vinckx, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.D.A.M. Zegveld, ambtenaar van Staat.
w.g. Hammerstein-Schoonderwoerd w.g. Zegveld
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 2 april 2008
43-492.