ECLI:NL:RVS:2008:BC9050

Raad van State

Datum uitspraak
4 april 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200800384/2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • H.G. Lubberdink
  • J.J. den Broeder
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake bestuurlijke boete voor verstrekking van alcohol aan minderjarigen

Op 4 april 2008 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een bestuurlijke boete die op 9 december 2005 door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is opgelegd aan de Stichting Zomerfeesten Valburg. De boete was opgelegd wegens het bedrijfsmatig verstrekken van alcoholhoudende drank aan personen waarvan niet was vastgesteld dat zij de leeftijd van 16 jaar hadden bereikt. De stichting maakte bezwaar tegen deze boete, maar dit bezwaar werd door de minister ongegrond verklaard op 29 augustus 2006.

De stichting ging vervolgens in beroep bij de rechtbank Arnhem, die op 6 december 2007 het beroep gegrond verklaarde en het besluit van de minister vernietigde. De minister ging hiertegen in hoger beroep bij de Raad van State, en verzocht op 4 maart 2008 om een voorlopige voorziening. Dit verzoek werd behandeld op 27 maart 2008.

De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, mr. H.G. Lubberdink, oordeelde dat het verzoek om voorlopige voorziening geen verdere strekking had dan te bepalen dat de minister in afwachting van de uitspraak op het hoger beroep geen nieuw besluit op het bezwaar van de stichting hoefde te nemen. Er waren geen belangen die zich tegen de inwilliging van het verzoek verzetten. De voorzitter besloot daarom de voorlopige voorziening te treffen, zodat de minister geen nieuw besluit hoefde te nemen totdat de Afdeling op het hoger beroep had beslist. De beslissing werd uitgesproken in het openbaar op 4 april 2008.

Uitspraak

200800384/2.
Datum uitspraak: 4 april 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van:
de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
verzoeker,
tegen de uitspraak in zaak nr. 07/3483 van de rechtbank Arnhem van 6 december 2007 in het geding tussen:
de stichting Stichting Zomerfeesten Valburg
en
de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
1. Procesverloop
Bij besluit van 9 december 2005 heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: de minister) de Stichting Zomerfeesten Valburg (hierna: de stichting) een bestuurlijke boete opgelegd wegens het bedrijfsmatig anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank aan personen van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 16 jaar hebben bereikt.
Bij besluit van 29 augustus 2006 heeft de minister het door de stichting daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 6 december 2007, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank Arnhem (hierna: de rechtbank) het door de stichting daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard en het besluit van 29 augustus 2006 vernietigd.
Tegen deze uitspraak heeft de minister bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 16 januari 2008, hoger beroep ingesteld.
De stichting heeft een verweerschrift ingediend.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 4 maart 2008, heeft de minister de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 27 maart 2008, waar de minister, vertegenwoordigd door mr. I.L. de Graaf, ambtenaar bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, is verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het verzoek heeft geen verdere strekking dan dat bij wijze van voorlopige voorziening wordt bepaald dat de minister in afwachting van de uitspraak op het ingestelde hoger beroep geen gevolg hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank, voor zover deze inhoudt de verplichting om een nieuw besluit op het bezwaar van de stichting te nemen. Niet is gebleken van belangen die zich tegen inwilliging van dit verzoek verzetten. De voorzitter ziet hierin aanleiding de hierna te melden voorlopige voorziening te treffen.
2.2. Voor een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
treft de voorlopige voorziening dat de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport geen nieuw besluit op het bezwaarschrift van de Stichting Zomerfeesten Valburg hoeft te nemen voordat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Lubberdink, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. J.J. den Broeder, ambtenaar van Staat.
w.g. Lubberdink w.g. Den Broeder
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 4 april 2008
187-546.