ECLI:NL:RVS:2008:BC9059

Raad van State

Datum uitspraak
9 april 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200705754/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen voorbereidingsbesluit gemeenteraad Den Haag inzake bestemmingsplan Fruitweg e.o.

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant tegen een voorbereidingsbesluit van de gemeenteraad van Den Haag, genomen op 23 februari 2006, voor het gebied Fruitweg e.o. De gemeenteraad had dit besluit genomen op basis van artikel 21, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). Het besluit werd genomen om ongewenste ontwikkelingen in het gebied te voorkomen. De appellant had eerder bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar de gemeenteraad verklaarde dit bezwaar ongegrond op 14 september 2006. Hierna volgde een uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage op 6 juli 2007, waarin het beroep van de appellant tegen de gemeenteraad ook ongegrond werd verklaard.

De appellant ging in hoger beroep bij de Raad van State, waarbij de gronden van het hoger beroep op 13 augustus 2007 en 14 september 2007 werden ingediend. De gemeenteraad diende een verweerschrift in en de zaak werd behandeld door een enkelvoudige kamer op 26 maart 2008. Tijdens deze zitting was de appellant aanwezig, evenals een vertegenwoordiger van de gemeenteraad, mr. S.J.C. Hocks.

De Raad van State overwoog dat de gemeenteraad een ruime beleidsvrijheid heeft bij het nemen van voorbereidingsbesluiten. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de gemeenteraad het voorbereidingsbesluit kon nemen om ongewenste ontwikkelingen te voorkomen. De eerdere voorbereidingsbesluiten deden hier niets aan af, omdat er geen bewijs was dat de gemeenteraad geen intentie had om het bestemmingsplan te herzien. De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

200705754/1.
Datum uitspraak: 9 april 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak in zaak nr. AWB 06/6255 van de rechtbank 's-Gravenhage van 6 juli 2007 in het geding tussen:
[appellant]
en
de raad der gemeente Den Haag.
1. Procesverloop
Bij besluit van 23 februari 2006 heeft de raad der gemeente Den Haag (hierna: de gemeenteraad) een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (hierna: de WRO) genomen voor het gebied Fruitweg e.o. te Den Haag.
Bij besluit van 14 september 2006 heeft de gemeenteraad het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 6 juli 2007, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank 's-Gravenhage (hierna: de rechtbank) het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 13 augustus 2007, hoger beroep ingesteld. De gronden van het hoger beroep zijn aangevuld bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 14 september 2007.
De gemeenteraad heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 26 maart 2008, waar [appellant], in persoon, en de gemeenteraad, vertegenwoordigd door mr. S.J.C. Hocks, ambtenaar in dienst van de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 21, eerste lid, van de WRO kan de gemeenteraad verklaren, dat een bestemmingsplan wordt voorbereid (voorbereidingsbesluit). Daarbij komt de gemeenteraad, in aanmerking genomen de bewoordingen van dat artikel en de aard van de bevoegdheid die daarin aan hem is toegekend, een ruime mate van beleidsvrijheid toe.
2.2. [appellant] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat de gemeenteraad oneigenlijk gebruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheid door na eerdere voorbereidingsbesluiten niet het bestemmingsplan Fruitweg e.o. te herzien, maar bij besluit van 23 februari 2006 opnieuw een voorbereidingsbesluit te nemen.
2.3. Dit betoog faalt. De rechtbank is op goede gronden tot het juiste oordeel gekomen dat de gemeenteraad het voorbereidingsbesluit heeft kunnen nemen met het doel om ongewenste ontwikkelingen in het gebied van de Fruitweg te voorkomen. Artikel 21 van de WRO biedt daartoe de mogelijkheid. Dat reeds eerder voorbereidingsbesluiten zijn genomen doet daar niet aan af, omdat, zoals de rechtbank terecht in aanmerking heeft genomen, niet is gebleken dat de gemeenteraad en het college geen enkele intentie hebben om het bestemmingsplan Fruitweg e.o. te herzien. Ter zitting heeft de vertegenwoordiger van de gemeenteraad verklaard dat op korte termijn het ontwerp tot herziening van het bestemmingsplan Fruitweg e.o. gereed zal zijn, waarna het ter visie zal worden gelegd.
2.4. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. A.W.M. Bijloos, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. G.A.A.M. Boot, ambtenaar van Staat.
w.g. Bijloos w.g. Boot
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 9 april 2008
202.