ECLI:NL:RVS:2008:BC9594
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.A.W. Scholten-Hinloopen
- R.E.A. Matulewicz
- Rechtspraak.nl
Goedkeuring bestemmingsplan strandrecreatie door college van gedeputeerde staten van Noord-Holland
Op 11 april 2008 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Het verzoek was ingediend door een verzoeker die woonachtig is in de gemeente Castricum, tegen het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland. Dit college had op 27 november 2007 goedkeuring verleend aan het bestemmingsplan 'Herziening Duingebied/regeling strandrecreatie', dat door de gemeenteraad van Castricum was vastgesteld op 22 maart 2007. De verzoeker stelde dat het college ten onrechte goedkeuring had verleend aan het bestemmingsplan, omdat dit niet voorzag in een groter bouwvlak voor zijn strandpaviljoen. Hij voerde aan dat andere strandpaviljoens wel een groter bouwvlak hadden en dat hem dit in strijd met het gelijkheidsbeginsel niet was toegestaan.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 28 maart 2008, waar de verzoeker werd vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. C.H.P. de Boer, en het college door mr. S.J.P.A.M. van Herpen. De gemeenteraad van Castricum was ook aanwezig, vertegenwoordigd door G. Foeken. De voorzitter oordeelde dat het verzoek om voorlopige voorziening moest worden afgewezen. Hij stelde vast dat het bestemmingsplan aan het strandpaviljoen van de verzoeker een bouwvlak van 15 meter diep had toegekend, terwijl de verzoeker een bouwvlak van 20 meter diep wenste. De voorzitter concludeerde dat het scheppen van de gewenste bouwmogelijkheid niet met een uitspraak van de Afdeling kon worden bewerkstelligd en dat er geen aanleiding was om een voorlopige voorziening te treffen. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 11 april 2008.