ECLI:NL:RVS:2008:BD0786

Raad van State

Datum uitspraak
29 april 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200703785/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • Th.G. Drupsteen
  • W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd
  • W.J. Deetman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vergunning voor baggerdepot aan de Nauertogt te Alkmaar

Op 24 april 2007 verleende het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland een vergunning aan het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier voor het oprichten en in werking hebben van een baggerdepot aan de Nauertogt te Alkmaar. Dit besluit werd op 4 mei 2007 ter inzage gelegd. Tegen dit besluit hebben twee appellanten, [appellant sub 1] en [appellante sub 2], beroep ingesteld bij de Raad van State. De eerste appellant diende zijn beroep in op 31 mei 2007, terwijl de tweede appellant zijn beroep op 14 juni 2007 indiende. Het college heeft een verweerschrift ingediend en het hoogheemraadschap heeft nadere stukken ingediend, die aan de andere partijen zijn toegezonden.

De zaak werd op 19 februari 2008 ter zitting behandeld. [appellant sub 1] was vertegenwoordigd door een gemachtigde, terwijl het college werd vertegenwoordigd door mr. M.H.J. van Riessen en R.A.M. Vervaart, beiden werkzaam bij de provincie. Het hoogheemraadschap was vertegenwoordigd door P.J.J. Oosterling. Tijdens de zitting werd duidelijk dat het college op 1 april 2008 het bestreden besluit op verzoek van het hoogheemraadschap had ingetrokken. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde dat niet gebleken was dat de appellanten nog belang hadden bij een inhoudelijk oordeel over de rechtmatigheid van het bestreden besluit.

Daarom verklaarde de Afdeling de beroepen niet-ontvankelijk. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in naam der Koningin en werd openbaar uitgesproken op 29 april 2008.

Uitspraak

200703785/1.
Datum uitspraak: 29 april 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
1. [appellant sub 1], wonend te [woonplaats],
2. [appellante sub 2], wonend te [woonplaats],
en
het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 24 april 2007 heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland (hierna: het college) aan het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (hierna: het hoogheemraadschap) een vergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer verleend voor het oprichten en in werking hebben van een baggerdepot aan de Nauertogt te Alkmaar. Dit besluit is op 4 mei 2007 ter inzage gelegd.
Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 31 mei 2007, en [appellante sub 2] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 14 juni 2007, beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
Het hoogheemraadschap heeft nadere stukken ingediend. Deze zijn aan de andere partijen toegezonden.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 19 februari 2008, waar [appellant sub 1], vertegenwoordigd door [gemachtigde], en het college, vertegenwoordigd door mr. M.H.J. van Riessen en R.A.M. Vervaart, beiden werkzaam bij de provincie, zijn verschenen. Voorts is als partij gehoord het hoogheemraadschap, vertegenwoordigd door P.J.J. Oosterling, werkzaam bij het hoogheemraadschap.
2. Overwegingen
2.1. Bij besluit van 1 april 2008 heeft het college het bestreden besluit op verzoek van het hoogheemraadschap ingetrokken. Niet gebleken is dat [appellant sub 1] en [appellante sub 2] niettemin nog belang hebben bij een inhoudelijk oordeel over de rechtmatigheid van het bestreden besluit.
2.2. De beroepen zijn niet-ontvankelijk.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. Th.G. Drupsteen, voorzitter, en mr. W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd en drs. W.J. Deetman, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Teuben, ambtenaar van Staat.
w.g. Drupsteen w.g. Teuben
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 29 april 2008
483.