ECLI:NL:RVS:2008:BD2096
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- K. Brink
- E.D.A.M. Zegveld
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake handhaving bij melkrundveehouderij
Op 12 februari 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders van Emmen een verzoek van de verzoekers om toepassing van bestuurlijke handhavingmiddelen met betrekking tot een melkrundveehouderij afgewezen. De verzoekers hebben hiertegen bezwaar gemaakt en op 21 maart 2008 een verzoek ingediend bij de Raad van State om een voorlopige voorziening te treffen. Dit verzoek werd behandeld op 23 april 2008, waarbij de verzoekers, bijgestaan door hun advocaat, en het college vertegenwoordigd door een ambtenaar aanwezig waren. Ook de vergunninghouder was vertegenwoordigd door een advocaat.
De verzoekers stelden dat het college ten onrechte het verzoek om handhaving had afgewezen, omdat volgens hen enkele voorschriften van het Besluit landbouw milieubeheer werden overtreden. Ze wezen op de locatie van de sleufsilo, die zich op minder dan 5 meter van het oppervlaktewater bevond, en op wateroverlast door het dichtmaken van een sloot die als afwatering fungeerde.
Tijdens de zitting bleek dat er onduidelijkheid bestond over welke sloten als oppervlaktewater moesten worden aangemerkt, wat het moeilijk maakte om te bepalen of de voorschriften werden overtreden. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak concludeerde dat er nader onderzoek nodig was en dat de bezwaarprocedure aandacht moest besteden aan de afwatering op het perceel van de vergunninghouder. Gezien de toezegging van het college om de bezwaarprocedure te bespoedigen, werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De voorzitter, mr. K. Brink, heeft het verzoek afgewezen, en de uitspraak werd openbaar gedaan op 16 mei 2008.