ECLI:NL:RVS:2008:BD3082

Raad van State

Datum uitspraak
4 juni 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200706706/1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • Th.G. Drupsteen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verlening revisievergunning voor staalconstructiebedrijf niet-ontvankelijk verklaard

Op 4 juni 2008 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarbij het college van burgemeester en wethouders van Oude IJsselstreek een revisievergunning had verleend aan LBG Ulft BV voor een bedrijf dat staalconstructies produceert. Het besluit tot verlening van de vergunning dateert van 24 juli 2007 en is op 9 augustus 2007 ter inzage gelegd. Tegen dit besluit hebben appellanten op 19 september 2007 beroep ingesteld bij de Raad van State. Tijdens de zitting op 16 mei 2008 zijn de appellanten, het college en de vergunninghouder gehoord.

De Raad van State overweegt dat per 1 januari 2008 het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer in werking is getreden, waardoor voor de vergunde activiteiten geen vergunning meer vereist is. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de verleende vergunning vervallen is. De Raad van State stelt vast dat de bij het besluit van 24 juli 2007 vastgestelde voorschriften niet kunnen worden aangemerkt als maatwerkvoorschriften, omdat het bestreden besluit vóór 1 januari 2008 niet onherroepelijk was.

Uiteindelijk komt de Raad van State tot de conclusie dat de appellanten geen belang hebben bij de beoordeling van de rechtmatigheid van het bestreden besluit, waardoor het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard. De uitspraak is gedaan in naam der Koningin, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 4 juni 2008.

Uitspraak

200706706/1.
Datum uitspraak: 4 juni 2008
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellanten], wonend te [woonplaats],
en
het college van burgemeester en wethouders van Oude IJsselstreek,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 24 juli 2007 heeft het college van burgemeester en wethouders van Oude IJsselstreek (hierna: het college) aan LBG Ulft BV een revisievergunning als bedoeld in artikel 8.4, eerste lid, van de Wet milieubeheer verleend voor een bedrijf dat staalconstructies produceert en stalen onderdelen ten behoeve van (woning)bouw aan 't Goor 10 te Ulft. Dit besluit is op 9 augustus 2007 ter inzage gelegd.
Tegen dit besluit hebben [appellanten] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 19 september 2007, beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
[appellanten] hebben een nader stuk ingediend. Dit is aan de andere partijen toegezonden.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 16 mei 2008, waar [appellanten], in persoon, en het college, vertegenwoordigd door N.J.J.G. Boessenkool, zijn verschenen. Voorts is vergunninghouder, vertegenwoordigd door C.G. Faassen, als partij gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Per 1 januari 2008 is het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (hierna: het Besluit) en de daarmee samenhangende wijziging van artikel 8.1 van de Wet milieubeheer in werking getreden. Aangezien in verband hiermee voor de bij besluit van 24 juli 2007 vergunde activiteiten geen vergunning meer is vereist, is de bij dat besluit verleende vergunning vervallen.
Ingevolge artikel 6.1 van het Besluit worden voorschriften die zijn verbonden aan een vóór 1 januari 2008 krachtens de Wet milieubeheer verleende vergunning, die vóór die datum in werking en onherroepelijk was, onder omstandigheden als maatwerkvoorschriften aangemerkt. Omdat het bestreden besluit vóór 1 januari 2008 niet onherroepelijk was, staat vast dat de bij dit besluit vastgestelde voorschriften niet kunnen worden aangemerkt als maatwerkvoorschriften.
Niet is gebleken dat [appellanten] niettemin belang hebben bij de beoordeling van de rechtmatigheid van het bestreden besluit.
2.2. Het beroep is niet-ontvankelijk.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. Th.G. Drupsteen, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. C. Taal, ambtenaar van Staat.
w.g. Drupsteen w.g. Taal
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 4 juni 2008
325-578.